Costa Rica 2007

Al sinds ik van het bestaan van Costa Rica af weet, heb ik ervan gedroomd naar dit land op vakantie te gaan. Documentaires op National Geographic, artikelen in reismagazines, op de een of andere manier trok dit altijd mijn volle aandacht. Als wij begin 2007 voor een aantal maanden bij mijn ouders wonen, tussen twee woningen in, heb ik tijd genoeg om me in het land te verdiepen. En des te meer ik erover lees, hoe meer het me aantrekt. Ik maak een plannetje, check de kosten op internet en leg dit plan bij Christiaan, m'n vriend, neer. Waarom gaan we niet gewoon? Als we gewend zijn aan de kosten voor zo'n verre reis, besluiten we de tickets te boeken. We gaan!

De voorbereiding
Naast een Insight Guide reisgids lees ik heel veel informatie op internet. Bijvoorbeeld het Costa Rica startpagina forum, dat nog maar een paar pagina's met onderwerpen telt. Hierin geven Nederlanders, voornamelijk woonachtig in Costa Rica, antwoord op vragen van anderen. Met al deze informatie maak ik een keuze uit de vele toeristische trekpleisters van Costa Rica. We besluiten een reis van twee weken te ,maken en te beginnen en eindigen bij Dos Palmas, het hotel van Peter (Nederlands) vlakbij de luchthaven. We boeken een vlucht met Martinair, met overstap in Miami, voor een redelijke prijs. Nu kunnen we de route echt gaan plannen! Bovenaan mijn lijstje staan een bezoek aan Tortuguero om schildpadden te zien en de vulkaan Arenal. We reserveren alleen de nachten bij Dos Palmas, de overige hotels kiezen we onderweg. Ik maak wel per locatie een lijstje met hotels waar we kunnen verblijven, maar we weten nog niet hoe lang en of er plaats is. Met een aantal hotels heb ik wel contact via de e-mail, maar we willen nog niets vastleggen. Via Peter huren we een Daihatsu Terios voor de hele vakantie, zodat we lekker flexibel door het land kunnen reizen.

Naast de route en reserveringen hebben we ook een nieuwe uitrusting nodig. We zijn nog nooit in de tropen geweest en hebben dus geen geschikte kleding. Wandelschoenen worden aangeschaft, een goede cameratas maar ook een goede wegenkaart van Costa Rica en muggenwerend middel staat op het boodschappenlijstje. Terwijl in Nederland de zomer al vroeg eindigt, kijken wij begin augustus iedere dag ietsje meer uit naar onze reis naar het warme Costa Rica!

Dag 1. De heenreis
Eindelijk is het zover! We reizen met de trein naar Schiphol en kunnen vlot aan boord van de Martinair vlucht naar Miami. Echt luxe is het vliegtuig niet, we zitten redelijk krap in de stoelen. Als ik mijn rugleuning naar achter laat zakken om iets relaxter te zitten, wordt de persoon achter mij erg kwaad. Hij heeft helemaal geen ruimte en zit nu echt klem. Niet mijn probleem... Met een boekje en een tijdschrift gaat de tijd nog redelijk snel en na ongeveer 9 uur zet de piloot de landing in. We vliegen een rondje over de Everglades en landen dan op het grote vliegveld. We hebben ruim 3 uur de tijd voor de overstap en dat hebben we wel nodig ook. Eerst met z'n allen in de rij voor US Customs, dan de koffer ophalen om die een paar meter verder weer af te leveren. Vervolgens met een treintje naar de andere kant van het vliegveld om de gate op te zoeken. Met dit alles ben je zeker 2 uur bezig. Wij zijn vorig jaar op het vliegveld van Miami geweest en weten nog dat er een rooktuin is. Dit kost natuurlijk ook tijd en uiteindelijk hebben we bij de gate nog net genoeg tijd om een beker Starbucks koffie te halen voor we weer aan boord moeten.

De vlucht naar San José gaat gelukkig een stuk sneller en na nog geen 3 uur landen we in het donkere Costa Rica. Hier is de luchthaven een stuk kleiner en zijn we ook veel sneller met onze koffers voorbij de douane. We volgen de andere toeristen naar een uitgang waar heel veel mensen met bordjes staan, we lopen er maar langs en zien uiteindelijk het logo van Dos Palmas. Peter neemt ons mee naar zijn auto en het is nog geen 10 minuten rijden naar zijn hotel. Wat zijn we blij dat we worden opgehaald, na de hele lange reis hebben we echt geen puf meer om nog na te denken over een huurauto of een hotel! Aangekomen bij Dos Palmas krijgen we een mooie kamer toegewezen, een lekker fris drankje en dan is het bedtijd!

Dag 2. Wat kunnen we verwachten?
We zijn al om 6 uur wakker, door het tijdsverschil en de onbekende geluiden. Het hotel ligt in de aanvliegroute van het vliegveld. Gelukkig komen er niet veel vliegtuigen voorbij, maar bij het eerste overvliegende vliegtuig zitten wij rechtop in bed. Het is al licht dus we gaan lekker voor onze kamer zitten in de schommelstoelen. Het is al lekker warm en in de tuin hebben we helemaal niet het idee dat we in een grote stad of vlakbij het vliegveld zitten. We kijken onze ogen uit als we nu in het daglicht de struiken, bloemen maar vooral de verschillende vlinders in de tuin ontdekken.

Rond 7 uur gaan we ontbijten en om 8 uur staat er een medewerker van Thrifty, de auto verhuurmaatschappij waar Peter mee samenwerkt, voor de deur. Peter helpt ons met de afhandeling van de huurauto, de medewerker probeert ons toch nog een verzekering te verkopen maar met Peters hulp zijn we er snel uit. De auto is prima, de kleinste 4WD die in Costa Rica verhuurd wordt, maar ruim genoeg voor ons twee. Na de nodige handtekeningen vertrekt de Thrifty meneer weer en drinken we rustig een kop koffie. Vandaag willen we SnakeWorld bezoeken en de culturele stadjes Grecia en Sarchi. Dit is niet ver, zo kunnen we rustig even wennen aan de auto en de wegen. Eerst bezoeken we het grote winkelcentrum van Alajuela, waar we boodschappen doen, geld halen en een broodje eten.

Alle wegen in Costa Rica leiden naar San José en we hebben dus de keuze uit verschillende wegen om de stad weer uit te gaan. We rijden eerst een stukje Panamerican Highway naar het Westen en dan rijden we de bergen in richting Sarchi. SnakeWorld is eenvoudig te vinden en we zijn er snel. Hier kopen we een toegangskaartje en dan kunnen we een rondje lopen tussen de slangenverblijven. De meest voorkomende slangen van Costa Rica worden hier gehouden en een aantal exotische mooie exemplaren. Wij willen vooral leren waaraan je ziet of een slang giftig is of niet. We krijgen een gids, maar deze
jongen spreekt zo matig Engels dat we de informatie zelf maar van de bordjes bij de hokken lezen. We mogen ook allebei nog even een slang vasthouden, wat een gek gevoel is dat toch.

We krijgen ook al een beetje een indruk van de Costa Ricaanse natuur. We zien hier niet alleen de slangen, maar verbazen ons over een aantal grote spinnen in gigantische webben. De spinnen hebben gezamenlijk een web gemaakt van ca. 3 bij 4 meter tussen een paar bomen en struiken. Verderop in het parkje zien we een colonne
bladsnijdermieren. De mieren lopen allemaal met groene blaadjes, zo vallen ze goed op. We volgen het spoor tot onder een van de verblijven van de slangen, maar kunnen het nest waar ze het blad naar toe brengen niet vinden. Overigens leven de mieren van de schimmels die ze kweken door de stukken blad ondergronds te bewaren. De blaadjes halen ze uit een mangoboom, die kan één familie mier in een dag leeghalen. Als dit zes keer is gebeurd dan is de boom er klaar mee en maakt hij een stofje aan, waardoor de mieren de bladeren niet meer willen. Dan zoeken ze weer een andere boom, soms wel 60 meter van hun nest af. Verder zien we grote vogels rondvliegen, waarschijnlijk gieren. Na een uurtje te hebben rondgekeken, gaan we terug naar de auto en op zoek naar Grecia en Sarchi.

De twee dorpjes zouden nog de oude charme van Costa Rica bieden, met een mooi plein en gezelligheid. Sarchi staat bekend om de traditionele, mooi versierde ossenwagens. We komen inderdaad een exemplaar tegen als we bijna bij het dorpje zijn. Verder is er veel houtsnijwerk te vinden, wij vinden het wel erg toeristisch. Grecia vinden we leuker. Voor een grote roodkleurige kerk is een soort dorpsplein waar mensen lekker in het zonnetje zitten. Wij halen een ijsje en gaan lekker tussen de mensen zitten. Na nog een rondje te hebben gelopen door het park van het dorpje gaan we weer de auto in en rijden we via de bergen terug naar Alajuela. We kleden ons om in het hotel en dan gaan we naar een restaurantje vlakbij het hotel.

Dag 3. Vulkanen en watervallen
Vandaag zijn we net zo vroeg wakker als gister en we zitten om 7 uur weer aan het ontbijt. We willen vroeg vertrekken want we gaan naar de Poas vulkaan. Deze vulkaan staat erom bekend dat je er zo vroeg mogelijk moet zijn, voordat er wolken over de krater trekken. We gooien de wandelschoenen in de auto en vertrekken richting het Noorden. We weten dat de bewegwijzering in Costa Rica te wensen over laat. Bordjes die de richting aangeven naar steden zijn er bijna niet. Maar de grote uitzondering hierop vormen de vulkanen. Al bij Alajuela staan de bekendste
vulkanen, Poas en Arenal, op bordjes aangegeven. We vinden de weg dan ook erg makkelijk en iets na 8 uur rijden we de parkeerplaats van het nationale park Volcan Poas op. We zijn zeker niet de eersten en trekken snel de wandelschoenen aan. Het is ongeveer twee kilometer lopen van de parkeerplaats naar de krater van de Poas vulkaan. Dit is een geasfalteerde weg door het regenwoud, het loopt dus prima. Als we bij de vulkaan aankomen zien we helaas alleen maar wolken. We ruiken de vulkaan wel, wat een rotte eieren stank! We blijven een tijdje bij het uitzichtpunt wachten en ja hoor, plotseling trekken de wolken weg en kijken we zo in de krater. Wat een bijzonder mooi gezicht!

Als de wolken weer voor het uitzicht trekken gaan wij verder. We wandelen het pad dat loopt langs een oud kratermeer, door het regenwoud. We zien kolibries en heel veel insecten. Het pad is slechts deels geasfalteerd en er zijn ook stukken waar we over de boomwortels lopen. Het kratermeer is niet heel bijzonder, het water is zo verontreinigd dat er niets leeft en behalve een boom vol met bijen zien wij weinig leven. De wandeling is heerlijk, het is niet zo warm en redelijk rustig op het pad.

Als we bijna aan het einde zijn begint het te druppelen, we haasten ons uiteindelijk naar het bezoekerscentrum voordat de hemel open barst. Zo'n regenbui als we nu over ons heen krijgen hebben wij nog nooit meegemaakt, het regent zo hard dat de wandelpaden en alles binnen een paar minuten blank staan. In het bezoekerscentrum is het een herrie van de regen die op de dakplaten slaat. Het duurt nog geen half uur, dan is het weer droog. We hebben het bezoekerscentrum en het souvenirwinkeltje gezien en gaan weer verder. In het winkeltje kochten we onder andere een geplastificeerde kaart met de meest voorkomende dieren van Costa Rica, leuk om onderweg op te zoeken wat je eigenlijk ziet. Dit is trouwens een van de mooiste en leukste souvenirwinkeltjes van Costa Rica. We zagen verschillende leuke dingen voor in huis maar met de gedachte 'we komen ze vast nog ergens tegen' hebben we ze niet aangeschaft. Helaas bleken de souvenirwinkeltjes in andere nationale parken lang niet zoveel keuze te bieden.

We volgen de route naar de La Paz Waterfall Gardens. Dit is een erg luxe lodge waar een prachtige wandeling langs verschillende watervallen voert. Wij hebben wel even genoeg gewandeld deze morgen, maar vanaf de weg schijnt de mooiste waterval ook zichtbaar te zijn. We rijden de lodge voorbij en stoppen bij een haarspeldbocht waar de waterval enkele meters naar beneden stort. Nog voordat we de auto uitstappen zien we enkele prachtige knalblauwe vlinders, de morpho! Deze vlinder zit geen moment stil voor een foto, dat is dan weer jammer. Ondanks dat hier een doorgaande weg loopt, is het een prachtig plekje!

We rijden nog iets verder, tot het gehucht Cinchona. Via mensen van het Costa Rica forum heb ik het adres achterhaald van een restaurantje waar je veel kolibries kunt spotten. Het is lunchtijd, dus dat komt goed uit. Het kolibrie-restaurant is makkelijk te herkennen in het rijtje gebouwen, er hangen overal kolibrie feeders. Als restaurant stelt het niet veel voor, maar we zitten heerlijk midden in de natuur. We bestellen allebei een taco, dit is een soort vietnamese loempia gevuld met gehakt. Dit wordt geserveerd op een salade van een berg witte kool, versierd met ketchup en mayonaise. We hebben
wel trek gekregen van de wandeling dus het smaakt ons prima! We bestellen nog een portie, tot grote vreugde van het personeel. We vermaken ons prima met het kijken naar de vogels: de kolibries zoemen om ons heen van feeder naar feeder en verschillende soorten papegaaien komen een stukje banaan van een voederplank halen. Ook heeft het restaurant een vogelspin in een aquarium zitten. Het enige dat wat tegenvalt is het uitzicht, door de wolken is het regenwoud niet te zien.

Met onze buiken vol en veel foto's in de camera gaan we weer de auto in. Op de kaart zoek ik een alternatieve route door het regenwoud weer terug richting Alajuela. Ergens gaat het fout, we komen door een dorpje met de naam Jesús, hier is een onoverzichtelijk kruispunt zonder bordjes. We gaan rechtdoor maar een kwartier later staan we weer op dezelfde kruising. We gaan nu maar weer rechtdoor, maar helaas gaan we nu weer terug de bergen in. In plaats van op een doorgaande weg, eindigen we op een doodlopend pad van een lokaal boertje. We rijden nog wat rond, volgen dan een andere route en uiteindelijk komen we met een flinke omweg uit in Alajuela. Nu kunnen we het hotel ook snel vinden. We koken de spaghetti die we hebben gekocht en eten voor onze kamer. Het is flink gaan regenen, waardoor de tuin een trieste aanblik krijgt. Gelukkig staan de schommelstoelen onder een afdak. Na het eten lezen we nog wat, maken een plan voor morgen en gaan lekker op tijd slapen. Een voordeel van de harde regen is wel dat we de vliegtuigen niet meer horen.

Dag 4. Rondje Orosi vallei
Vandaag gaan we opnieuw op zoek naar een stukje cultuur van Costa Rica. De Orosi vallei, zo'n 50 kilometer vanaf Alajuela, staat bekend om de koffie en om oude kerken. De regen van gisteravond is wel weggetrokken, maar het is nog niet heel zonnig als we na het ontbijt in de auto stappen. We moeten eerst voorbij San José, Peter heeft ons uitgelegd hoe we het beste over de ringweg kunnen rijden. Toch rijden we niet helemaal goed. We rijden waarschijnlijk een afslag te vroeg van de snelweg en komen in een heel vreemde wijk terecht. Slechte huizen, veel afval in de goot en erg veel mensen op straat. Het voelt niet veilig en we keren dan ook zo snel mogelijk weer om. Nu weten we wel de ringweg te vinden en die volgen we tot er een groot bord bij de afslag naar Cartago staat.

Rondom Cartago wordt volop aan de weg gewerkt dus we schieten totaal niet op. Het is vandaag vrijdag en verrassend druk op de weg. Cartago blijkt ook een drama stad te zijn om zonder gedetailleerde kaart doorheen te rijden. We volgen de auto's voor ons, in de hoop dat zij de doorgaande route volgen. Helaas zijn deze mensen allemaal op weg naar een grote kerk. Daar aangekomen zien we wel weer een andere grote weg die we volgen. Door het éénrichtingsverkeer is het nog een hele puzzel om op de doorgaande weg te komen, maar dan zien we gelukkig ook bordjes naar Turrialba, de richting die we zoeken.

Vlak na Paraiso staat het dorpje Orosi aangegeven en hier rijden we naar toe. In mijn reisgids staat een routebeschrijving van de weg rondom de Orosi-vallei en bij het eerste uitzichtpunt stoppen we even voor een drankje. In de vallei ligt het Lago de Cachi, een stuwmeer. Verder zien we vooral landbouw en koffieplantages. Tegen de klok in rijden we een rondje langs de vallei. We rijden dwars door de koffieplantages, waar we natuurlijk wel even gaan kijken of de koffiebonen al bijna rijp zijn. De bonen worden knalrood als ze rijp zijn en dan worden ze met de hand geplukt. We zien wel wat mensen op het land werken, maar we zien geen rijpe koffiebonen aan de struiken zitten.

We willen wel een tour door een koffieplantage doen, maar tot mijn verbazing lijkt dat hier niet mogelijk te zijn. We rijden weer wat verder en komen in het dorpje Orosi uit. Dit staat onder andere bekend om het oudste nog in gebruik zijnde kerkje van Costa Rica. Deze gaan we natuurlijk even bekijken, maar door recente renovaties is er niets te zien van de oudheid. Het schooltje naast de kerk vinden we interessanter, het is leuk om te zien hoe de kinderen hier allemaal in hetzelfde uniform naar school gaan. Als we weer verder rijden steken we een brug over. We hebben nog nooit zo'n oude rammelbrug gezien, maar als andere auto's ook
over de brug rijden vertrouwen we erop dat het goed komt. Vlak na de brug ligt een restaurant aan het water, hier gaan we lunchen, met uitzicht op de rammelbrug.

Na een lekkere sandwich rijden we weer verder. We bezoeken nog de ruïne van de oudste kerk van Costa Rica, in Ujarrás. De kerk is in de 16e eeuw gebouwd door de Spanjaarden en er doen allerlei verhalen de ronde over de maagd van Ujarrás. Nu is het een prachtig onderhouden 'historical site' waar we heerlijk kunnen rondlopen. Er wonen veel papegaaien in de buurt van de ruïne en ze vliegen af en aan. Er staan ook gigantische bamboeplanten.
 
De ruïne is voor ons de laatste stopplaats van de route, we gaan weer richting ons hotel. De lucht ziet er ontzettend dreigend uit en als we weer voorbij Cartago zijn barst het noodweer los. Het regent weer net zo hard als gistermorgen en met de ruitenwisser op de snelste stand is het nog nauwelijks verantwoord om door te rijden. Gelukkig gaat het al snel wat minder hard regenen, maar droog wordt het niet meer. Op sommige plaatsen is de weg totaal overstroomd en we verbazen ons over de auto's die maar gewoon dwars door de diepe plassen rijden. Af en toe zien we een auto langs de kant staan, waarschijnlijk met een verzopen motor. Door het slechte weer is het nog lastiger om de juiste route te kiezen en naar later blijkt missen we de afslag naar de ringweg van San José. We volgen weer het doorgaande verkeer, maar blijkbaar moet iedereen midden in San José zijn. Uiteindelijk rijden we het centrum van de stad in, we gokken er maar op dat altijd rechtdoor in dit geval de juiste keuze is. Er staan nergens bordjes, niet van omliggende steden maar ook niet van straten. De eerste straatnaambordjes die we kunnen vinden en lezen staan op Calle Central en Avenida Segunda, oftewel hartje San José. Nou ja, dan hebben we dat in ieder geval ook gezien.

Mensen lopen met paraplus, parasols en van alles en nog wat over straat om zichzelf maar te beschermen tegen de gigantische regenbuien. Wij zitten wel droog, maar we hopen nog een beetje op tijd bij het hotel aan te komen. Het is al gaan schemeren en rijden in het donker wordt sterk afgeraden. Gelukkig weten we nu waar we zijn en kan ik met een detailkaartje van San José de route naar het hotel bepalen. Het is wel al helemaal donker als we daar aankomen. We hebben inmiddels ook weer flink honger gekregen en dineren aan de overkant van de straat. Dit is een heel simpel restaurant met een soort picknicktafels en grote televisieschermen. Deze staan afgestemd op de nieuwszender en zo krijgen we wel wat mee van de gigantische overstromingen die vandaag in het hele land hebben plaatsgevonden. In het hele land heeft het keihard geregend en er zijn veel wegen afgesloten. Vooral langs de Pacifische kust is er geen doorkomen aan. Wij checken nog even of de route die we voor morgen gepland hebben wel haalbaar is en gaan dan lekker slapen.

Dag 5. Opnieuw de regen in
De volgende morgen is het weer helemaal opgeklaard en zitten we lekker in het zonnetje met Peter en Flor te praten over de route die we gaan rijden. We gaan vandaag naar Monteverde, het bekendste nevelwoud van Costa Rica. Na het ontbijt nemen we afscheid van het hotel en vertrekken we over de Panamerican Highway richting het westen. Als we met onze auto de snelweg volgen de bergen in, valt ons op dat de auto niet echt veel trekkracht heeft. Bergop worden we ingehaald door vrachtwagens,
ondanks dat Christiaan het gas vol intrapt. We hebben geen haast, maar we weten nu dat de lage gemiddelde snelheid niet alleen door het vrachtverkeer komt, maar ook door trage toeristenauto's. Overal zie je Teriosjes rijden, de standaard huurauto voor toeristen. Bergaf zijn het wel de vrachtwagens die het overige verkeer ophouden, zij rijden erg langzaam van de soms zeer steile afdalingen. Zo rijden we al ruim een uur over de eerste vijftig kilometer en zitten we bijna twee uur in de auto als we de eerste uitzichten over de Pacifische Oceaan zien. We stoppen bij een restaurantje langs de weg. Dit stelt echt helemaal niets voor, een soort hutje met een fornuis erin. Als we koffie bestellen, wordt er met een fluitketel water gekookt en met de hand koffie gemaakt. Wel een lekker bakkie! We nemen er een puntje taart bij die wat chemisch maar toch best lekker smaakt en genieten vooral van het uitzicht.

We vervolgen de route over de Interamericana Highway. Op advies van Flor volgen we niet de borden naar Monteverde / Santa Elena, maar rijden we door over de snelweg tot het dorpje Juntas. Hier rijden we rechtsaf de bergen in, deze weg zou mooier en beter te rijden zijn dan de standaard route. In het dorpje zien we een mooie waterval en hier stappen we even uit de auto. Veel kinderen zijn aan het zwemmen in de rivier die na de waterval verder stroomt. Verderop zit een vrouw kleding te wassen. Het water is erg koud en wij houden het bij een korte wandeling en het maken van foto's. We rijden rustig over de mooie weg, waar prachtige uitzichtpunten en bossen vol mooie dieren zich afwisselen.

De weg is niet echt goed onderhouden, het zit vol met kuilen. Ook zijn er weer nergens bordjes te vinden en wij hopen dat onze 'altijd rechtdoor' tactiek werkt. Dat blijkt niet zo te zijn, als we een paar kilometer verder over een smal weggetje een klein dorp uitrijden, stopt er een man op een paard voor onze auto. Hij vraagt 'Monteverde'? en gebaart dat we achter hem aan moeten komen. We keren, gaan twee keer rechts en dan zwaait hij ons gedag. Deze weg is wel ietsje beter dan het bergweggetje maar het is ons volkomen onduidelijk hoe we hadden moeten weten dat we deze weg moeten pakken.

We beginnen wel trek te krijgen en nemen ons voor bij het eerstvolgende restaurantje te stoppen. Helaas, we passeren verschillende kleine dorpjes, maar nergens is ook maar iets te zien dat op een restaurant lijkt. Een half uur later rijden we voor ons gevoel in de middle of nowhere en krijgen we nog meer honger, zal er nog een restaurantje komen? We moeten nog zeker een uur rijden naar Santa Elena, het dorpje bij Monteverde national park. Helaas begint het ook weer flink hard te regenen... We rijden langzaam maar zeker steeds verder weg van de bewoonde wereld. En dan, als de regen ietsje minder wordt, staat er in de middle of nowhere een klein huisje met een bord aan de weg: 'taco, hamburger, sandwich, hotdog'. We stoppen en stappen uit, eindelijk eten!

Het restaurantje stelt echt helemaal niets voor, het lijkt wel half ingestort maar er staat wel een knappe tuinset buiten. Binnen vinden we de eigenaresse die uiteraard geen woord Engels spreekt. We noemen één voor één de gerechten op die op het bord staan vermeld, maar telkens schudt ze haar hoofd, ze heeft niets van dat alles voor ons. Uiteindelijk weten we met een 'wie wat waar... spaans' boekje te vragen wat ze wel heeft. 'Arroz con carne' is het antwoord, oftewel rijst met vlees. Het maakt ons helemaal niets meer uit, als het maar eetbaar is. We bestellen dus ieder een daghap en een drankje en nemen buiten plaats. We zitten onder een soort overkapping en langzaam wordt het weer iets beter. Tegen de tijd dat het eten klaar is, houdt het zelfs helemaal op met regenen.

De rijst met vlees is ook echt droge witte rijst met een heel klein stukje varkensvlees, dat wordt gegarneerd met een berg geraspte witte kool en jawel, mayonaise en ketchup. We mengen alles door elkaar en eten onze borden bijna leeg. Voordat we doorrijden wil ik gebruik maken van een toilet, maar die kan ik niet vinden. Ook onze Spaanse vertalingen van toilet begrijpt de eigenaresse niet, pas als we uitbeelden wat we bedoelen wijst ze ons naar buiten. Daar staat een heel klein houten schuurtje, waar ik niet eens in kan staan. Dit blijkt het toilet te zijn, zowaar voorzien van toiletbril en spoelsysteem.

We gaan weer verder richting Santa Elena. Doordat de staat van de weg nog slechter is geworden door alle regen, doen we er nog ruim een uur over voordat we asfaltweg bereiken. Nog geen kilometer daarna zien we de eerste huisjes en hotels en al snel komen we uit in het dorpje. We informeren bij een eenvoudig hotel en krijgen de sleutel voor onze cabina. Bij Cabinas Sol y Luna zijn de kamers klein maar de bedden en het sanitair in orde. Voor slechts $30 per nacht met z'n tweeen zijn wij tevreden! We boeken direct een avondtoer door het regenwoud voor die avond, we worden hiervoor om 6 uur opgehaald. We bezoeken een bezoekerscentrum in het dorpje, krijgen meer informatie over wat er te doen is in de omgeving en halen wat eten bij de supermarkt. Omdat we zo laat gelunched hebben, hoeven we nu nog niets te eten. We nemen wat mueslirepen mee en gaan dan terug naar het hotel voor de tour. Als we bij de receptie op onze taxi staan te wachten, begint het weer te regenen. Helaas blijft het regenen, ook tijdens de nachttour.

We worden naar een parkeerplaats bij een regenwoud gebracht, waar we ons nog eens goed inspuiten met insectenwerend middel. We krijgen een krachtige zaklamp en trekken onze regenkleding aan. Dan gaan we op pad, met een groep van 10, waaronder 5 Nederlanders. Dat is wel handig, want als we dan een insect of ander dier zien is er altijd wel iemand die de vertaling kent vanuit het Spaans of Engels. We zien helaas niet veel dieren. Een aantal verschillende spinnen en vliegende insecten, een vogelspin die altijd in hetzelfde holletje ziet en het hoogtepunt is een stekelvarken, bovenin een boom. Nou ja, wij zien in ieder geval de ogen van een stekelvarken hoog in een boom. Na twee uur zijn we koud en vermoeid en zit de tour er gelukkig op.

We praten nog wat met één van de Nederlanders, die de bagger van de wegen zelfs op het dak van zijn 4WD auto heeft zitten. Hij is ook vandaag aangekomen in Santa Elena, maar is vanaf La Fortuna gekomen. Langs het meer van Arenal is een brug ingestort, waardoor hij kilometers moest omrijden van de lokale politie. In plaats daarvan volgde hij een lokale Tico die hem de weg wees, dwars over een weiland, door een bos en een riviertje en uiteindelijk weer via een prutpad naar de doorgaande route. Hij heeft er uren langer over gedaan dan verwacht en raad ons de route sterk af. Hmmm... morgen maar eens informeren, wij willen overmorgen naar La Fortuna! De taxi komt ons nu weer ophalen. In het hotel eten we nog wat chips en dan gaan we lekker slapen met het geluid van tikkende regendruppels op het dak.

Dag 6. Hangbruggen en heel veel kikkertjes
Vlakbij Santa Elena ligt het Selvatura Park, waar je kunt wandelen over hangende bruggen en ziplinen tussen de bomen. Wij kiezen voor de rustige wandeling over de hangende bruggen. Het is nog vroeg en het is droog. De bruggen zijn aangelegd door een prachtig stuk regenwoud. We verbazen ons over de ontelbare tinten groen. De hangbruggen zijn van metaal en gelukkig erg stabiel. De wandeling is prachtig, maar dieren zien we helaas niet. Niet zo vreemd ook, als je bedenkt dat hier dagelijks veel toeristen over de bruggen lopen. Aan het einde van de bruggen is een kolibrie tuin aangelegd, er hangen verschillende feeders en het zoemt er van de vogeltjes.

We rijden terug naar Santa Elena, waar we informatie proberen te krijgen over de afgesloten route langs het meer van Arenal. Helaas weet niemand hier iets van, we moeten later op de dag maar terug komen. We gaan nu naar het nationale park, eens kijken of we hier meer dieren kunnen vinden. Onderweg stoppen we bij een Italiaans restaurant. Het is hier erg rustig, er zijn geen klanten en er lijkt geen bediening. We pakken zelf een menukaart en als er eindelijk iemand bij onze tafel komt, kunnen we direct de bestelling meegeven. Helaas voor Christiaan blijkt zijn 'zonder champignons' te zijn begrepen als 'met extra champignons'. Als hij zijn pizza op heeft, ligt er nog een hele hoop champignons op het bord. Mijn lasagna is overigens heerlijk!

Bij het nationale park aangekomen informeren we naar een gids. Omdat we maar met z'n tweeen zijn is een gids erg duur. We kunnen wel met een algemene rondleiding mee, maar dan moeten we nog bijna een uur wachten. We vragen dan maar een routekaartje en gaan zelf op pad. We stellen met een ranger een route samen van ongeveer twee uur lopen, langs een watervalletje en met veel uitzichtpunten. We wandelen over een pad dat ook door de rangers wordt gebruikt, maar onderweg zien we slechts één groep toeristen met een gids. We zien helaas ook nauwelijks dieren, alleen een paar erg beweeglijke vlinders. Toch is ook deze
wandeling weer prachtig. De varens zijn gigantisch groot, de begroeiing is weelderig en de uitzichtpunten - mits niet te bewolkt - erg mooi. De wandeling duurt geen twee uur, waarschijnlijk ging de ranger ervan uit dat we vaker zouden stoppen om dieren te zien of hebben wij een hoger wandeltempo dan de gemiddelde toerist. Na anderhalf uur zitten we weer in de auto. Als we terugrijden naar Santa Elena, begint het weer te regenen.

We gaan weer bij het toeristenkantoor langs om naar de weg te informeren. Nog steeds is er niets bekend over een wegafsluiting, maar na aandringen gaat een dame toch voor ons bellen of we morgen wel naar La Fortuna kunnen rijden. Even later komt ze terug en vertelt dat we met een taxi naar de brug kunnen, dat we wel lopend verder kunnen maar niet met een auto. Aan de andere kant van de brug staat weer een nieuwe taxi voor ons klaar. Blijkbaar heeft ze niet begrepen dat wij met een huurauto onderweg zijn. Maar we weten genoeg, we gaan een andere route uitstippelen.

Nu het weer regent, besluiten we naar de 'frog farm' van Santa Elena te gaan. Het regent steeds harder en het is een oorverdovende herrie op het dak. In het gebouw zijn ruim vijftig verschillende terrariums en andere ruimtes gebouwd waar verschillende kikkertjes leven. Veel boomkikkers leven alleen 's nachts, dus we zien vooral veel slapende kikkers. Toch vinden we het prachtig! Er zijn kikkers in alle kleuren van de regenboog. Ook zijn er verschillende leguanen te zien. We vermaken ons prima met het bekijken van de dieren en hopen er nog een paar in het wild te zullen gaan zien.

Als we de 'frog farm' verlaten is het alweer bijna donker. We besluiten in het dorpje te gaan dineren en kiezen voor het Tree House Restaurant. Het restaurant is gebouwd rondom een eeuwenoude boom, zonder de boom te kappen. Het restaurant heeft twee verdiepingen en overal zie je takken van de boom. Het eten is er heerlijk, net als de cocktails met vers fruitsap. We zitten hier prima, gelukkig is er wel voor gezorgd dat de regen niet tot het restaurant doordringt. Na het uitgebreide diner rijden we weer naar ons hotel, waar we heerlijk slapen met het geluid van de regen op het golfplaten dak.

Dag 7. Onweer of vulkaangeluid?
We staan weer vroeg op en rijden naar de supermarkt voordat we verder gaan. Hier halen we wat eten en nieuwe insectenspray. Dan rijden we de normale route naar de Interamericana Highway. De weg is ontzettend slecht, onverhard, wel breed maar met ontelbare gaten in de weg. Toch wordt deze weg gebruikt door bijna alle toeristenbusjes, huurauto's en taxi's met mensen die Monteverde willen bezoeken. Er schijnen al jaren plannen te zijn om de weg te asfalteren, maar men is bang dat er dan nog meer toeristen komen en dat kan het natuurgebied eigenlijk niet aan. In verband met de wegafsluiting gaan wij onderlangs naar La Fortuna rijden. Een flinke omweg, er zijn namelijk niet veel wegen tussen Monteverde en Arenal.

We hobbelen een uurtje de berg af als we bij een riviertje uitkomen met daarbij een klein restaurantje. Hier ontbijten we met een sterke kop koffie en een punt gebak. Bij het restaurant lopen verschillende grote leguanen rond. Wat zijn het toch een mooie beesten, mooi van lelijkheid. We vervolgen de route en genieten weer van het prachtige uitzicht vanaf de snelweg. Bij San Ramon gaan we richting de Arenal vulkaan, deze staat uiteraard weer perfect aangegeven. Als we bijna bij La Fortuna zijn, lunchen we bij een leuk restaurantje langs de kant van de weg. Er is weinig bebouwing in deze omgeving, alleen wat boerderijen. Bij het restaurantje hebben ze verschillende handbewerkte houten kunststukken staan. Ook het meubilair is van hout gemaakt. We hebben een weids uitzicht en zien vanuit het oosten gigantische wolken aankomen. Voordat wij ons eten op hebben, zien we de eerste bliksemflitsen en het begint ook weer te regenen.

Gelukkig regent het niet zo heel hard en dankzij de goede weg zijn we snel bij La Fortuna. Dit dorpje bestaat voornamelijk uit hotels en restaurants voor de vele toeristen die aangetrokken worden door de Arenal vulkaan. De vulkaan heeft een traditionele konische vorm, zoals een kind een vulkaan tekent. De vulkaan is actief, zonder veel dreiging te geven voor het omliggende gebied. De vulkanische activiteit zie je echter niet vanuit La Fortuna, maar vanaf de andere kant van de vulkaan. Wij rijden dus verder, om de berg heen richting het dorpje El Castillo. De vulkaan is niet te zien, het is te bewolkt. We volgen de borden naar de Observatory Lodge en kijken vreemd op als we bij een weg uitkomen die bestaat uit een heel erg dikke laag grind. Als je over de weg loopt zakken je voeten weg in het grind, dit kan toch niet goed zijn voor een auto? In de verte horen we nog gerommel, maar we zien geen bliksem meer. Of zou dit het gerommel van de vulkaan zijn? We moeten toch echt deze weg in en rijden rustig door. Na een paar honderd meter wordt de weg iets beter, maar we doen toch een half uur over de nog geen 10 kilometer naar El Castillo. Als we dan achterom kijken, zie we echt de vulkaan tussen de bomen door. Gaaf!

Hier bezoeken we het hotel dat ik heb uitgekozen: Cabinas El Castillo. Het uitzicht is er echter niet, de vulkaan ligt volledig in de wolken. De huisjes zien er niet uit, ontzettend ouderwets en gammel. De huisjes kosten dan ook maar $35 per nacht, inclusief ontbijt voor twee personen. Toch besluiten we verder te kijken bij Arenal Vista Lodge en Linda Vista Lodge. Beide hotels blijken erg groot te zijn, Arenal Vista Lodge is een soort resort met bijna 100 kamers, waarvan slechts enkele uitzicht hebben op de vulkaan. De recencies in het gastenboek zijn dramatisch, men klaagt over slechte service, vervelend personeel en kakkerlakken... Linda Vista is wel mooier, maar hier zijn geen kamers met zicht op de vulkaan vrij. We rijden dus maar weer terug naar Cabinas El Castillo en brengen onze koffers in het huisje. Het weer is inmiddels iets beter geworden en we zien inderdaad af en toe de vulkaan tussen de wolken door.

Als het begint te schemeren rijden we naar het meer, in de hoop op mooie uitzichten. Die zijn er en we verbazen ons over de prachtige kleuren. Iets verderop zien we veel taxi's en busjes stil staan, midden op de slechte weg. Iedereen staat naast de auto's naar de vulkaan te staren. Wij gaan er maar bij staan en schrikken in eerste instantie van de herrie die uit de richting van de vulkaan komt. En als de wolken wegtrekken zien we waar dat vandaan komt: de vulkaan spuugt grote brokken steen en brandende lava uit. Wat een ongelooflijk bijzonder gezicht!

Na een half uurtje is het echt helemaal donker en krijgen we wel honger. We rijden terug naar Cabinas El Castillo waar we vanuit het restaurant ook uitzicht hebben op de vulkaan. Om de paar minuten komt er duidelijk zichtbare lava uit de vulkaan, we blijven het prachtig vinden. Het personeel van het restaurant is ook enthousiast, blijkbaar is dit niet dagelijks goed te zien. Het eten is helaas niet zo lekker. We zitten uiteindelijk met een zak chips nog een tijdje voor ons huisje, met camera en verrekijker om zoveel mogelijk van het lava te kunnen zien. Het bed heb ik verplaatst, dat staat nu voor het raam. Zo hebben we tot we in slaap vallen zicht op de vuurspugende vulkaan.

Dag 8. Klimmen en klauteren
Ik ben weer erg vroeg wakker. Het begint net licht te worden als ik iets langs ons huisje hoor lopen. Als ik het even later weer hoor, ga ik toch maar even kijken. Er heeft zojuist een koe een flinke vlaai voor ons huisje neergelegd. Fijn. De vulkaan ligt er prachtig bij in het ochtendlicht en ik kleed me snel aan om buiten te gaan kijken. De vulkaan spuugt af en toe wolkjes uit, dit blijft een bijzonder gezicht. Niet alleen de vulkaan zorgt ervoor dat ik me prima vermaak buiten, ook de vele vogels, die rond de cabinas in de bomen zitten, zijn bijzonder.

Als Christiaan ook wakker is gaan we snel ontbijten en dan rijden we naar het rangerstation tussen de vulkaan en het meer. Hiervandaan is een wandelpad naar oude lavavelden. We moeten de auto met de neus naar voren parkeren, zodat we bij een eventuele evacuatie snel weg kunnen rijden. Ook bijzonder! Het is al lekker warm als we op pad gaan en het wordt steeds warmer. We lopen tussen gigantische rietstengels, het lijkt wel een soort doolhof. Dieren zien we niet, vogels horen we nauwelijks en we wandelen in een lekker tempo door. Pas op de terugweg horen we wat geritsel tussen de rietstengels en dan komt er een verlegen coati, een soort neusbeertje, tevoorschijn. Deze diertjes zie je ook volop langs de kant van de weg. De wandeling eindigt aan de voet van de vulkaan, waar gigantische lava-stenen liggen. Er is een paadje gemaakt naar boven, wat nog een flinke klim is.

Wij klimmen en klauteren nog een stukje verder, tot we een prachtig uitzicht hebben op het meer. Er staat een gigantisch bord om ons te waarschuwen voor de vulkanische activiteit, dus we lopen maar niet te ver de berg op. Achter ons is de vulkaan nog steeds actief, we horen het gerommel van de stenen die uitgespuugd worden. De afstand is echter zo groot dat we hier totaal geen last van hebben. Aan de overkant van het meer zien we het dorpje El Castillo liggen, we zien zelfs de grote ramen van Cabinas El Castillo. We kijken nog een tijdje rond en wandelen dan weer terug naar de auto.

We gaan een stuk rijden rondom het meer van Arenal, op zoek naar een lunch. Eerst worden we nog tegengehouden door een kudde koeien op de weg, die door twee mannen te paard begeleid wordt. Uiteindelijk lopen de koeien een weiland op en kunnen wij doorrijden. Helaas zien we helemaal niets van het meer vanaf de weg. Ook zien we geen restaurantjes, er is gewoon niets. Pas na een half uur rijden zien we een aantal gebouwen en één ervan lijkt een restaurant te zijn. Het restaurant is ingericht in een soort 'alpen-stijl' en op het menu staat schnitzel en kaasfondue. Heel bijzonder op deze plek in de wereld, maar het smaakt ons in ieder geval prima! Na de lunch rijden we naar de Arenal Observatory Lodge, hier wordt niet alleen de vulkanische activiteit gemeten maar er is ook een soort museum over de vulkaan. Het blijkt allemaal niet zoveel voor te stellen en we staan al snel weer buiten. Er is verder een botanische tuin waar we doorheen wandelen en een zwembad voor de hotelgasten. Het uitzicht op de vulkaan is mooi, je zit hier iets dichter bij de vulkaan dan in El Castillo.

We besluiten hier te gaan dineren en vanmiddag naar een vlinderpark te gaan. Dit ligt vlakbij ons hotel, maar helaas is het gesloten. Het is niet de juiste tijd van het jaar, de vlinders slapen? De vrouw die bij het park rondloopt jaagt ons nog net niet van het pad af, maar ze zit duidelijk niet op gasten te wachten. Wij vinden het wel prima en gaan terug naar het hotel. De rest van de middag gaan we lekker relaxed van het uitzicht genieten bij de cabina. Van dit uitzicht kunnen we uren genieten!

Als het weer schemerig wordt rijden we naar de Arenal Observatory Lodge. Het eten is heerlijk en we hebben direct uitzicht op de vulkaan. Buiten is een observatieterras aangelegd en onze koffie drinken we zittend op de loungebanken. Een beter uitzicht op de vulkaan kun je je haast niet voorstellen, prachtig! Helaas is de vulkaan lang niet zo actief als gisteravond, er zit veel tijd tussen de uitbarstingen. We hebben gisteravond gewoon gigantisch veel mazzel gehad, zo beaamt ook een serveerster van het restaurant. In het pikdonker rijden we weer terug naar onze cabina, waar we nog een nachtje slapen.

Dag 9. Naar de mooiste cabina die we ons kunnen voorstellen
Vandaag rijden we door naar Guapiles. Hiervoor moeten we door de regio Sarapiqui, waar veel mooie lodges en regenwouden te vinden zijn. Het ontbijt bij de cabinas viel gisterochtend nogal tegen, dus vandaag drinken we alleen een kop koffie en dan rijden we naar La Fortuna. Hier zit een bakkerij waar ze echt lekkere broodjes verkopen en die nemen we mee voor onderweg. Als we een mooi uitzichtpunt tegen komen zetten we de auto langs de weg en genieten we van onze worstenbroodjes en kaascroissants, heerlijk! De weg van La Fortuna naar Sarapiqui loopt langs veel landbouwgrond, hier is weinig regenwoud meer te vinden. We rijden lekker snel door en rond 11 uur komen we aan bij de Selva Verde Rainforest Lodge, gelegen aan de Rio Sarapiqui.

De lodge is behoorlijk prijzig voor overnachtingen, maar wij willen alleen een wandeling maken. De toegangsprijs voor het park is nauwelijks lager dan de kosten voor het lunchbuffet, met gratis toegang tot het park. We kiezen voor het laatste en gaan eerst wandelen. De lodge ligt aan de zuidkant van de weg, ten noorden ervan ligt een stuk regenwoud en een botanische tuin. We gaan eerst wandelen door de jungle, dit is een leuke route over slechte paden, bergop en bergaf. We zien weer weinig dieren, alleen een hele grote 'bullet ant' en veel bladsnijdermieren. In de botanische tuin zien we wel verschillende leguanen en vogels, waaronder een 'model-leguaan' in een vijver. Ook zijn er
prachtige planten en bloemen te vinden.

Rondom de lodge is ook nog een heel wandelgebied, hiervoor moet je echter met een gids de rivier oversteken. Wij kijken even rond bij de rivier en gaan dan lunchen in het restaurant. Dit is té Amerikaans, de serveerster komt telkens vragen of alles naar wens is en we kunnen eten wat en hoeveel we willen. Het eten smaakt allemaal erg lekker, dus we eten veel meer dan we normaal tussen de middag doen. Vanuit het restaurant hebben we ook uitzicht op de rivier, waar we een aantal watervogels zien en een kanoër die veel moeite doet om weer aan te meren.

Ons volgende reisdoel is Tortuguero, een nationaal park dat alleen per boot te bereiken is. Dit kan met een complete kostbare excursie of via het lokale vervoer. Wij kiezen voor het laatste en daarvoor moeten we vanaf Guapiles, gelegen aan de snelweg tussen San José en de Caribische kust, circa
1 1/2 uur rijden door de bananenplantages. Uit de informatie van een hostel in het dorpje Tortuguero blijkt dat we het beste 's morgens met de boot kunnen gaan, 's middags vertrekt de boot regelmatig niet. Daarom overnachten we in Guapiles en hier heb ik een hotel gevonden van Nederlandse eigenaren. We rijden hier direct naar toe en gelukkig is er nog een cabina vrij. Casa Rio Blanco is voor ons dus een hotel voor een nachtje, denken we. Tot het moment dat we in de cabina van deze ecolodge staan, wat is het hier gaaf!

De ecolodge is kleinschalig, er zijn maar vier cabinas. Deze cabinas staan aan de rand van een afgrond, waar de Rio Blanco doorheen stroomt. Blanco staat voor de witte kleur die het water kan hebben als het er hard stroomt, wat gebeurt na hevige regenval bij de Turrialba vulkaan. De cabinas zijn helemaal gemaakt van bamboe en hout, wat een superleuke sfeer geeft. De grote kingsize boxspring maakt het plaatje compleet, deze ligt heerlijk en we hebben direct uitzicht op het bladerdak van het regenwoud langs de Rio Blanco. We halen toch maar alle spullen uit de auto en drinken een borrel, hier gaan we langer blijven dan
één nachtje! Annette en Herbie, de eigenaren van Casa Rio Blanco, zijn ontzettend lieve mensen. Ze vertellen veel over de lodge en Annette is helemaal gelukkig met de zakjes drop die ik voor haar heb meegenomen. 's Avonds kunnen we bij de lodge eten, lekker en makkelijk. Daarna gaan we naar bed, waar we pas heel laat in slaap vallen door alle geluiden om ons heen.

Dag 10. Genieten van de natuur
's Morgens wakker worden van het geluid van de stromende rivier en de jungle, heerlijk! We zijn wel erg vroeg wakker, maar hebben zin om de tuin van de ecolodge te gaan ontdekken. Na het ontbijt gaan we de selfguided tour door de tuin doen. Hier leren we best veel van, bijvoorbeeld waar we blue jeans frogs kunnen vinden (in het water in een bromeliablad) en hoe je verschillende planten uit elkaar kunt houden. Er staan prachtige bloemen in de tuin, die is aangelegd door de bioloog van wie Annette en Herbie de lodge hebben gekocht.

Na het rondje door de tuin gaan we wandelen naar de zwemplaats in de Rio Blanco. We krijgen instructies en wandelstokken mee van Herbie en dan klauteren we omlaag. Het pad loopt langs een waterval en is lekker glibberig. Dan zijn we beneden bij de rivier en loopt het pad slingerend door het regenwoud. We zien prachtige vlinders, verschillende bijzondere insecten en mooie planten en bomen. Plotseling zie ik iets fel groens over het pad kruipen, het is een liaanslang. We zijn niet snel genoeg om er een mooie foto van te maken, maar wat een bijzonder moment is dit! We zijn nu bijna bij de zwemplaats, waar we eerst eens rustig rondkijken.

Net als ik m'n schoenen uit wil doen om het water in te gaan, zie ik iets in het water bewegen. Er zwemt een waterslang voorbij, tegen de stroom in dus dit gaat erg langzaam. Vlak voor de waterval besluit de slang toch maar het land op te kruipen. Ik vertrouw het beestje niet, ook al is het maar klein. Dus ga ik niet zwemmen, maar zit ik met m'n wandelstok klaar om de slang in het water te slingeren als het te dichtbij komt. Christiaan laat zich niet bang maken en gaat een paar meter verder het water in. Het water is natuurlijk ijskoud, dus dat is voor mij nog een reden om niet te gaan zwemmen. De zwemplaats is een prachtig plekje, met uitzicht over de watervallen en aan de overkant de steile helling met begroeiing. Als we hier een uurtje hebben rondgekeken, trekken we de wandelschoenen weer aan en klauteren we terug naar de lodge.

Voor een late lunch rijden we naar Guapiles, hier doen we nog wat aankopen en halen we wat eten bij de Burger King. Heerlijk, wat fastfood na al dat gezonde eten hier. Voor we terug gaan naar de lodge, rijden we deze voorbij en kijken we wat er stroomopwaarts nog te zien is langs de Rio Blanco. Uiteindelijk komen we met de auto uit bij de rivier. Hier hangt een hangbrug, maar die vertrouwen we niet. We kijken even rond en besluiten dan weer terug te rijden. Als we Herbie ernaar vragen blijkt dat we de hangbrug wel hadden kunnen vertrouwen, maar dat we daarna in een onbegaanbaar bos zouden uitkomen waar je zonder machete niet kunt wandelen. Jammer dat we toch niet even zijn gaan kijken!

We wandelen nog wat rond in de tuin van de ecolodge, waar echt overal wel iets moois te zien is. Van leguaan tot 'firetorch flowers', ik blijf foto's maken! 's Avonds eten we een heerlijk gerecht van Herbie. Gister was het Annette haar beurt en nu kletsen we gezellig met Herbie terwijl hij in de keuken staat. Annette komt ook nog even kijken en we vertellen over ons plan om naar Tortuguero te gaan. Wij willen overnachten bij Casa Marbella en Annette biedt aan om even te bellen met de eigenaar van dit hotel. Zo reserveert ze alvast een kamer voor ons. We kunnen de grote koffers bij Casa Rio Blanco achterlaten en
ophalen op de terugweg, dat scheelt een hoop gesjouw bij de boot. Na het eten drinken we nog een kop koffie en dan pakken we de koffers weer in. Eigenlijk vinden we het jammer om morgen al te vertrekken, maar we hebben helaas niet heel veel vakantiedagen meer over.

Dag 11. Op schildpaddenjacht
We worden weer erg vroeg wakker en genieten nog even van het uitzicht vanaf onze veranda. Daarna ontbijten we en zetten de koffers in een aparte hotelkamer van Casa Rio Blanco. We rijden door Guapiles en vanaf dan heb ik alleen nog een getekende route, niet op schaal maar met vermelding van kilometers. We moeten de route zien te vinden naar 'La Pavona', een boerderij waar de lokale boot naar Tortuguero vertrekt. De routes heb ik gevonden via de website van Casa Marbella, waar we dus ook een kamer hebben gereserveerd.

We zetten de kilometerteller op 0 bij het tankstation waar de route begint. De route blijkt verrassend goed te kloppen en al snel zijn we de stad Guapiles voorbij en rijden we door de bananenplantages van Chiquita. Zo ver als we kunnen kijken zien we blauwe plastic zakken om trossen bananen hangen. Door de bananen in plastic te verpakken, zijn er minder bestrijdingsmiddelen nodig. Af en toe komen we langs een arbeiderskamp, rijen barakken waar de plantage arbeiders wonen. We zien alleen oudere vrouwen en kinderen, de andere mensen zijn blijkbaar aan het werk. Plotseling zien we een rij auto's op de weg. Er wordt een duiker gelegd tussen twee kanaaltjes en daarvoor is de weg dwars open gegraven. Niemand kan er meer langs en we staan er een kwartiertje te wachten tot we vragen hoe lang het nog gaat duren. Hier kan ook niemand een antwoord op geven. Als we aangeven dat we de boot willen halen worden we wel geholpen. We rijden langs de rij met auto's, dit zijn voornamelijk oude lage autootjes en busjes zonder 4WD. Iemand heeft een paar rijplaten neergelegd en zo kunnen we van de weg afrijden, de berm in. Hier hobbelen we door de bagger tot we weer de weg op kunnen rijden. Bizar dat er niets aan omleidingsroutes staat aangegeven en dat iederen zo rustig blijft wachten.

We komen toch nog ruim op tijd aan bij La Pavona. Dit is een gebouw met daarnaast een parkeerplaats en een heel klein winkeltje waar je nog wat te drinken kunt kopen. We zien echter geen water, laat staan een boot. We vragen aan de parkeerwachter hoe het werkt en hij legt uit dat we moeten doorlopen over een weiland. Doordat het water laag staat, kan de boot niet tot bij de parkeerplaats komen. Het is bloedheet en er is totaal geen schaduw, dus we willen eigenlijk niet zomaar een eind gaan lopen. De man zegt dat we dan eerst maar met de auto moeten gaan kijken. We rijden over een gammel bruggetje en steken het weiland over, het is zeker een kilometer lopen. Christiaan laat mij bij het water achter met de bagage en brengt de auto terug. Als hij bij de parkeerplaats aankomt, arriveert er ook net een lokale bus. Er stappen tientallen mensen uit die ook met de boot mee willen, dus die zal zo wel vertrekken. Er komen inderdaad twee bootjes aanvaren en op advies van Annette nemen we de ClickClick boot.

We varen weg van de aanlegplaats, direct het oerwoud in. Er zijn geen bananen meer te zien, alleen de rand van een regenwoud. Als we een kwartiertje varen komt er een mannetje geld ophalen, het kost ons omgerekend maar 4€ om 1 1/2 uur met deze boot mee te varen. Hij vraagt ook nog waar we naar toe moeten en zal het ons vertellen als we de boot moeten verlaten. Wat een tochtje is dit, heerlijk! Door het windje van het varen valt het mee met de hitte, we zitten ook onder een soort dakje. We zijn de enige toeristen aan boord, dat is wel duidelijk. De meeste aandacht trekt echter een opa met een heel slecht gebit, die de hele tijd aan het glimlachen is. Hij beweegt volop mee met de bewegingen van de boot, wat een heel grappig gezicht is. De boot is geen excursie, maar toch genieten we volop van alle watervogels die we zien. Mensen om ons heen wijzen ons ook verschillende vogels aan, leuk is dat. Uiteindelijk bereiken we het brede kanaal dat tussen het dorpje Tortuguero en het regenwoud ligt, hier is ook weer bebouwing te zien. De boot meert aan bij het dorpje Tortuguero, maar wij moeten blijven zitten. Even later worden we op de steiger van Casa Marbella afgezet, wat een service!

Luz, de eigenaresse van Casa Marbella, ontvangt ons hartelijk en laat ons direct de kamer zien. Die is groot! Je kunt er met vier personen overnachten en er is ook een ruime badkamer. Het is wel erg steriel met tegels van boven tot onder, maar voor ons helemaal prima! De eigenaar, Daryl, is er helaas niet, maar er is wel een andere Canadees met wie we een tour kunnen doen. Hij is er niet als wij aankomen en Luz vraagt ons om rond vier uur naar het terras te komen om de mogelijkheden met hem te bespreken. We gaan nu eerst een rondje lopen door het dorpje. Tortuguero ligt op een smal eilandje, met aan de ene kant het kanaal en aan de andere kant het strand. De zee is niet geschikt om in te zwemmen, maar we wandelen wel lekker door de branding. Het water is heerlijk warm! We kijken op het strand of we schildpaddennesten zien, die zijn er volop. Rangers proberen de nesten te beschermen door de sporen uit te wissen, maar als je goed kijkt zie je duidelijk waar de schildpadden aan land zijn gekomen.

Er komt een jongen naar ons toe die vraagt of we schildpadjes willen zien. Door de manier waarop hij het vraagt vertrouw ik het niet helemaal. Maar als ik even later toch achter hem aan loop, staat hij stil bij een schildpaddennest waarvan de meeste eieren al zijn uitgekomen. Er zijn nog drie kleine schildpadjes die uit het nest kruipen en naar de zee spartelen. Hoe geweldig, wat een onwijs leuk gezicht! We volgen de schildpadjes tot ze in de zee wegzwemmen, wat een supermoment! Ze zijn zo klein en schattig, met die grote onhandige poten. Ze laten een soort trekkerspoor achter in het natte zand en zodra ze in de branding komen zijn ze verdwenen.

We kijken nog wat rond op het strand in de hoop nog zo'n nest te zien, maar dit is er niet meer. We wandelen weer terug het dorpje in en gaan op een terrasje aan het kanaal zitten. Hier worden verse fruitdrankjes gemaakt en die smaken heerlijk! Lekker koud, dat is wel fijn met deze hitte. Naast het terras zit een gigantische leguaan in een boom, die we uitgebreid kunnen bestuderen. Dan is het bijna vier uur en gaan we terug naar het hotel. Er zijn verschillende tours mogelijk en wij kiezen voor een 'schildpaddenzoektocht' op het strand voor vanavond en een kanotocht voor morgenochtend. Voor de schildpaddentocht moet je jezelf aanmelden voor vijf uur en dan krijg je daarna te horen of je met de tocht van acht of tien uur mee mag. Wij hopen op acht uur, anders wordt het wel erg laat. Gelukkig worden we hier ook voor ingedeeld. Eerst gaan we een hapje eten bij Miss Junies, waar ik de lekkerste tonijnsteak ooit te eten krijg. Na het eten lopen we terug over een grasveld, waar ik me rot schrik van een grote dikke pad die vlak voor ons oversteekt. Het is een zogenaamde bullfrog, nou die naam doet hij eer aan. Het beest is zeker 20 x zo groot als de gemiddelde pad in Nederland.

Om acht uur worden we bij het hotel opgehaald en lopen we naar een bezoekerscentrum. Hier krijgen we uitleg over de tocht, vooral over wat er niet mag. De schildpadden zijn beschermd en er wordt veel aan gedaan om de schildpadden rustig hun gang te laten gaan. Er lopen rangers langs het strand in het donker, op zoek naar de schildpadden. Als er een schildpad gevonden is, wachten ze stil tot deze een nest gaat maken. Pas als de schildpad eieren aan het leggen is raakt ze in tranche, dan mogen de toeristen komen kijken. Er mag niet geflitst worden, je mag maar heel even kijken want er staan meer mensen te wachten en je moet zo snel mogelijk weer weg van het strand. Ondertussen lopen we achter het strand over een pad, in de hoop dat er een ranger een schildpad voor ons vindt. Het voelt een beetje vreemd om daar zo rond te hangen, zeker als we voor de regen gaan schuilen. Dit is niet echt een wandeltocht zoals ik verwacht had. Maar dan krijgt onze gids een seintje en lopen we in een snel tempo over het pad, naar de strandtoegang waar nog een paar groepen mensen staan te wachten. Na elkaar mogen we bij de schildpad kijken, die inderdaad volledig in trance haar eieren in een nest laat vallen. Nu we er zo bij staan is het toch wel heel bijzonder. Mijn hemel wat is zo'n schildpad groot, en wat een gigantische eieren legt ze! We kijken een paar keer, tot ze bijna klaar lijkt te zijn. Dan is de tour ook direct voorbij en wandelen we terug naar het hotel. Toch wel bijzonder hoor, het hele proces op één dag gezien, hiervoor kwamen we naar Tortuguero maar ik kan nog nauwelijks geloven dat we zoveel mazzel hebben gehad! Als we terugkomen bij het hotel gaan we lekker slapen, morgen gaat de wekker weer vroeg!

Dag 12. Bootje varen
Om zes uur gaat de boottocht van start, dus dat betekent heel vroeg opstaan. We hebben gister een paar plakken cake gekocht als ontbijt, want dat is op dit vroege tijdstip nog niet beschikbaar bij het hotel. Wel een lekkere bak koffie, dus zo stappen we toch wakker en vrolijk in de kano. We zijn met de gids en twee Vlaamse gasten, die behalve hun naam de hele ochtend geen woord zeggen. Wij zitten achterin de boot, met achter ons de gids en zijn peddel. Het begint te regenen als we de toegangskaartjes voor het nationaal park hebben gekocht,
helaas blijft het ook regenen. Dit maakt het dieren spotten lastig, maar gelukkig ziet onze gids veel. Zo spotten we een kaaiman, een aantal ijsvogels en andere watervogels. Helaas horen we de apen wel, maar zien we ze niet. Aan het gebrul te horen moeten er heel wat zitten. Ondertussen weet de gids ons wel veel te vertellen. Wat mij nog lang bij blijft is hoe de foto's van de Morpho vlinder zijn geschoten voor bijvoorbeeld de National Geographic: er is een morpho vlinder gevangen, in een envelop gedaan en in de koelkast gelegd. Als de vlinder een uur later uit de koelkast wordt gehaald is het beestje helemaal versufd. Door de warmte wordt de vlinder weer actief en juist op dat moment kun je mooie foto's maken. Belachelijk natuurlijk! Zo heeft de gids nog meer 'tips', waar hij zeker niet achter staat.  

Na drie uur in de boot te hebben gezeten zijn we wel weer blij als we terug zijn bij het hotel. De boottocht was prachtig, maar helaas hebben we weinig dieren gezien. En je krijgt toch wel een stijf lijf van zo'n bootje! We krijgen een lekker ontbijtje en daarna gaan we nog even luieren in onze hotelkamer. Aan het eind van de ochtend gaan we weer op pad. We kopen nog een broodje en wandelen dan naar het nationale park toe. Dit ligt aan de punt van het eiland, dus we krijgen een goed beeld van het dorpsleven. Zo zien we de basisschool, waar op zaterdagochtend geen les wordt gegeven. We kunnen dus ongeneerd in de klassen kijken, ramen zijn er niet dus we kijken door een soort traliewerk. Op een schoolbord in een klas met kleuterstoeltjes zijn de 11 microklimaten aangegeven, dit leren de kinderen dus al op hele jonge leeftijd.

Als we bij de school naar binnen kijken, horen we boven ons geritsel in de bomen. Er zit een familie apen te dineren in de fruitbomen bij het schooltje. Eindelijk zien we apen in het wild, we worden er helemaal enthousiast van. Dat wij heen en weer lopen bevalt de apen niet zo, ze worden er erg onrustig van. Daarom zoeken we allebei een plekje op en maken foto's en film. Op de film is heel duidelijk te horen hoe er een vrucht of het afval van een vrucht eerst op een golfplaat valt en daarna het gevloek van Christiaan. Geraakt! We blijven nog een tijdje bij de apen kijken en dan wandelen we door naar de ingang van het park.

We lopen een klein stukje het bos in, over een erg nat pad. Het is wel een mooie wandeling, langs veel bijzondere grote bomen. Er staan ook bordjes bij deze bomen, zodat je weet waar je naar kijkt. Als het schemerig begint te worden lopen we weer terug en we zijn net voor zes uur het park weer uit. We lopen direct door naar Miss Junies, een ander restaurant in Tortuguero dat in de reisgids genoemd wordt. Helaas valt hier het eten nogal tegen, de bediening is slecht en het eten niet echt lekker. We zijn allebei ook bekaf van het korte nachtje en de vele indrukken van gister en vandaag. We liggen lekker vroeg in ons bedje!

Dag 13. Naar de krabben
Vandaag gaan we weer erg vroeg ons bed uit, nog voor zes uur worden we opgehaald door de lokale boot die ons weer naar de auto brengt. Opnieuw eten we een ontbijtje op de boot en sneller dan op de heenweg vaart de boot door het natuurgebied. Na iets meer dan een uur staan we bij de auto bij La Pavona. We rijden rustig weer terug door de bananenvelden en gaan eerst de koffers ophalen bij Annette en Herbie. Hier staat de koffie klaar. We praten over de trip naar Tortuguero, wat helemaal fantastisch was. Ook kijken we met Herbie nog even rond in de tuin. Zo zien we onder andere twee schitterende motmots. Het mannetje en vrouwtje lijken op elkaar, dat zie je niet vaak bij vogels. Ook bijzonder is dat het stelletje voor altijd samen blijft. Dan krijgen we van Annette nog een adres mee van een leuke lodge in Cahuita en vertrekken we naar het Zuid-Oosten van Costa Rica.

De Caribische kust van Costa Rica staat bekend om de bijzonder caribische sfeer en daar willen we wel wat van meekrijgen. Eerst rijden we een heel stuk langs landbouw en industrie, vooral de stad Limon maakt geen prettige indruk op ons. Pas als we de stad voorbij zijn, zien we de zee en wordt de omgeving van de weg weer mooi. We lunchen bij een leuk restaurantje langs de weg, waar veel leguanen rondlopen. Vanaf het restaurant is het nog ongeveer een uur rijden naar Cahuita, waar we het nationale park willen bezoeken. In het dorpje kijken we eerst even rond bij het strand. Dit is ook direct de toegang tot het nationale park, maar helaas mag er niet gezwommen worden. Overal hangen rode en zwarte vlaggen, door de onderstroom is het te gevaarlijk. Het caribische sfeertje vinden we terug bij een paar rasta-mannen die duidelijk stomdronken en/of knetterstoned zijn. Daar zaten we nou niet echt op te wachten. We wandelen verder door het dorpje, wat ons eigenlijk niet aanstaat. Er hangt helemaal geen gezellig sfeertje, het is ontzettend rustig en de mensen die we zien stralen niet veel goeds uit.

We gaan maar naar de lodge die Annette ons heeft aanbevolen. Hier blijkt niemand te zijn, er hangt een briefje op de deur dat ons naar de lodge aan de overkant van de weg verwijst. Hier worden we ontvangen door een dronken Duitser, ook weer bijzonder. Hij geeft ons een sleutel van een cabina van zijn buren en wenst ons veel plezier in Cahuita. Hik. Gelukkig is de cabina wel helemaal leuk! Er is een soort parkje gemaakt met een stuk of acht ronde cabinas. Deze zijn helemaal van hout gemaakt en er zijn geen ramen. We slapen onder een klamboe, weer met het geluid van de jungle om ons heen. Op de veranda hangt een hangmat en er staat een bankje, hier ploffen we lekker in neer.

In het parkje wonen ontelbaar veel krabben. Als je van huisje naar huisje loopt, zie je overal krabben in hun holletje duiken en iets later er weer uitkomen. De krabben zitten zo dichtbij dat we ze goed kunnen bestuderen. Eigenlijk zijn het wel heel grappige beestjes! Als ze ons niet in de gaten houden, zitten ze het zand uit te vegen op zoek naar eten. Telkens stoppen ze wat zand of prut in hun mond, wat er even later weer uitgespuugd wordt.

We hebben het warm, het is hier bloedheet. Hierdoor hebben we ook helemaal geen puf meer om nog een stuk te gaan wandelen, dit stellen we uit tot morgen. Nu blijven we lekker op de veranda relaxen, tot het tijd is om een hapje te gaan eten. Het is helaas weer gaan regenen, dus onder een soort paraplu rennen we naar het dorpje. Voor echt leuke restaurantjes moeten we eigenlijk met de auto, maar daar hebben we geen zin in. We dineren in een groot, ongezellig restaurant, waar we ons verbazen over de hoeveelheid regen die naar beneden komt. Het eten smaakt overigens overheerlijk! Na het eten is het gelukkig weer droog en springen we tussen de plassen door terug naar ons huisje.

Dag 14. De mooiste wandeling langs strand en regenwoud
Ik ben weer ontzettend vroeg wakker. Nog voor het licht wordt, hoor ik geluiden in het regenwoud. Het zijn brulapen, die niet ver weg in de bomen naar elkaar zitten te schreeuwen. Nu ik wakker ben kan ik er net zo goed uitgaan. Ik wandel wat rond door het parkje, helaas zitten de brulapen toch te ver weg om ze te kunnen zien. De krabben zijn ook al wakker en spelen weer verstoppertje. Prachtig is het ook om te zien hoe de bloemen in de bomen reageren op het daglicht, als ik uit onze cabina stap zitten alle knoppen nog dicht, maar als de zon eenmaal schijnt gaan de bloemen vol open.

We besluiten niet te ontbijten bij een restaurant, maar direct te gaan wandelen. 's Morgens vroeg schijnt een wandeling door nationaal park Cahuita het mooiste te zijn. Op internet heb ik gelezen van een wandeling van circa 8 kilometer, die eindigt bij een restaurant met zwembad. De wandeling begint vlakbij ons hotel, dus we laten de auto staan. We kunnen vast wel met een taxi terug, dat zien we later wel. Met eten en drinken in de rugtassen gaan we op pad. Ondanks het vroege tijdstip zijn we niet de eersten die zich inschrijven bij het rangerstation. Eerst moeten we een riviertje oversteken om bij het wandelpad te komen, de schoenen gaan dus uit en
we waden door het warme water. Daarna loopt er een wandelpad net achter het strand, we lopen dus in de schaduw van het regenwoud maar zien prachtige doorkijkjes naar het ongelooflijk mooie strand. Wow!

Als we nog maar net onze schoenen weer aan hebben horen we geritsel tussen de begroeiing. We staan direct stil en zien een wasbeertje het strand oplopen. We kunnen hem heel even volgen maar zodra een van ons op een takje stapt hoort hij ons en vlucht weg. Verderop zien we pelikanen, een enkele vlinder en heel veel heremietkreeftjes op de punt van het nationale park.

Voor de kust ligt een rif waar je kunt snorkelen, helaas is het daar de afgelopen dagen te slecht weer voor geweest. We zien dan ook helemaal geen bootjes. Om een uur of acht komen we langs een picknickbank, een ideaal moment om even te gaan ontbijten. Terwijl we de ontelbare aantallen heremietkreeftjes bewonderen, horen we weer geritsel vanuit het woud. Als we een paar meter het pad oplopen zien we de veroorzaker van het geluid: een brulaap. Die is zijn ontbijtje aan het verzamelen en kijkt ons een beetje suf aan. Wel gaaf hoor, wat een grote aap is dit! Als we hem zien weglopen over de dikke takken verliezen we hem snel uit het oog.

We wandelen weer verder over het prachtige wandelpad, waar we niet heel veel dieren zien maar wel genieten van alles om ons heen. We komen gedurende de hele wandeling van 3 uur slechts 3 andere mensen tegen, lekker rustig hier! Na 3 uur zijn we aan de andere kant van het nationale park. Hier is weer een ranger station, maar wij lopen door over de weg naar het restaurant. De afstand naar het restaurant valt nog best tegen en eigenlijk hebben we te weinig eten meegenomen voor zo'n lange wandeling. Het begint natuurlijk ook lekker warm te worden, wat we vooral merken als we van het strand en het verkoelende zeewindje weglopen. Maar ja hoor, na ruim 4 uur lopen komen we aan bij het restaurant. Er liggen al wat mensen in het zwembad en nadat ik m'n lunch heb besteld duik ik er ook in. Even afkoelen! Het eten smaakt ook nog eens lekker en zo komen we heerlijk bij van het prachtige bezoek aan nationaal park Cahuita.

Als we na een paar uurtjes weer terug willen naar onze cabina, biedt de restauranteigenaar ons aan om te rijden. Voor 10$ brengt hij ons weer terug naar de entree van het nationale park, waar we ons nog even afmelden. Dan wandelen we naar het huisje. Het is inmiddels alweer vier uur en we gaan weer lekker in de hangmat hangen. Het begint uiteraard weer keihard te regenen en nu gaan we pas naar een restaurant als het weer wat droger wordt. We eten bij hetzelfde restaurant als gisteravond, waar het eten ook weer helemaal prima smaakt.

Dag 15. Terug naar Dos Palmas
We zijn weer vroeg wakker, maar blijven lekker nog even in bed liggen. Vandaag gaan we weer terug naar Dos Palmas, zodat Peter ons morgen naar de luchthaven kan brengen. We pakken de koffers weer in en rijden weer over de mooie weg langs de lange lege stranden. We ontbijten bij een restaurantje langs de weg, helaas zijn er geen restaurantjes aan het strand gebouwd. Sneller dan verwacht zijn we weer bij Guapiles, waar we voor de gezelligheid nog een keer langsgaan bij Herbie en Annette. We drinken hier lekkere koffie en praten nog een tijd over het prachtige land. Herbie en Annette hebben al veel meer gezien dan wij en vertellen ons wat we allemaal nog moeten zien. Reden om weer een keer terug te gaan!

Met een routebeschrijving van Annette rijden we door het Braulio Carillo nationaal park naar San José. Nu we weten op welke bordjes we moeten letten, rijden we zonder problemen de rondweg van de hoofdstad op en via een Subway voor de lunch komen we vroeg in de middag weer in Alajuela aan. We gaan nog een keer naar de grote shopping mall, in de hoop met leuke souvenirs terug te komen. Helaas valt dat wat tegen, maar we vermaken ons nog wel een paar uurtjes. Dan pakken we de koffers nog een keer opnieuw in, het valt ons op dat de koffers veel zwaarder zijn dan op de heenweg. Dit komt door de hoge luchtvochtigheid, alle kleding en vooral de handdoeken voelen klam aan. We hopen maar dat we niet hoeven bij te betalen voor overgewicht!

Peter adviseert ons een leuk restaurantje in de buurt van het hotel. Omdat het wel een paar kilometer verderop is en we dit gebied niet echt geschikt vinden voor een avondwandeling, rijden we er met de auto heen. Als we in het restaurant zitten komt er een ober naar ons toe. Hij wijst ons op de lekke band van de auto. Deze is duidelijk lek gestoken met een scherp voorwerp. Iedereen die in Costa Rica een auto huurt, wordt hiervoor gewaarschuwd: dieven steken een band lek en volgen je tot op een rustig weggetje. Daar bieden ze hulp aan, maar terwijl je wordt geholpen met je lekke band, wordt door een ander de auto leeggeroofd. Gelukkig zitten we hier veilig en terwijl ik de kostbare spullen meeneem naar het restaurant, verwisselt Christiaan met een parkeerwachter de lekke band. Daarna kunnen we nog heerlijk eten, de steaks smaken echt fantastisch. Na het eten drinken we nog wat bij het hotel en dan zit de laatste vakantiedag er echt op!

Dag 16. Naar huis
Voordat Thrifty de auto komt ophalen, willen we de lekke band laten repareren. Peter verwijst ons naar een garage en daar zijn we direct aan de beurt. Voor omgerekend 1€ wordt de band gerepareerd en weer onder de auto gezet. Terug bij het hotel wordt de auto opgehaald en daarna brengt Peter ons naar het vliegveld. Bij het inchecken blijkt dat de vlucht naar Miami zeker vier uur vertraging heeft. Men kan ons nog niet vertellen of we hierdoor de overstap in Miami missen, maar omdat we de gehele vlucht bij Martinair hebben geboekt, maken we ons hier geen zorgen over. Vier uur rondhangen op de luchthaven van San José valt wel tegen. Er zijn een paar winkeltjes, maar die verkopen allemaal hetzelfde. Met een boek en het terugkijken van de foto's brengen we de tijd door, totdat we eindelijk aan boord kunnen.

In Miami blijkt dat de Martinair vlucht naar Amsterdam op ons heeft gewacht. We gaan snel door de douane, hebben geen tijd meer om de rooktuin op te zoeken, maar gaan direct aan boord van het vliegtuig dat ons weer thuis brengt.

Na afloop
Wat hebben we genoten van Costa Rica! De verwachtingen waren hoog, ik had er al zoveel over gelezen dat ik er best een goede voorstelling van kon maken. Maar alle verwachtingen werden overtroffen. Niet alleen de prachtige natuur en het beetje cultuur dat we hebben beleefd waren fantastisch, maar het reizen door het land is ons ook perfect bevallen. Het was overal redelijk rustig, dat kwam natuurlijk ook door het regenseizoen waar we middenin zaten. En ook al hebben we bijna alle dagen wel regen gehad, we hebben totaal niet het gevoel gehad dat de vakantie in het water viel. Juist niet, want dankzij alle regen waren de regenwouden weelderig groen! Het hoogtepunt van de reis was toch wel het zien van de mini-schildpadjes in Tortuguero, direct gevolgd door het spectaculaire vuurspuwen van de Arenal vulkaan. We konden overal makkelijk een slaapplaats vinden, waarbij Casa Rio Blanco er duidelijk bovenuit sprong. Wat een bijzonder mooie plek op aarde, hier willen we echt nog een keer naar toe!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten