Costa Rica + Panama 2011

Tijdens onze reis door Zuid-Afrika in 2010 vroeg Christiaan mij ten huwelijk. Al toen ik jong was heb ik altijd geroepen dat de beste reden om te trouwen een fantastische huwelijksreis is. Dus nog voordat de datum, locatie en invulling van de bruiloft gepland waren, was ik al bezig met het samenstellen van een bijzondere reis. Eerst dachten we nog aan voor ons onbekende landen zoals Maleisisch Borneo, Argentinië of Brazilië maar die vielen allemaal af vanwege het regenseizoen of de bizar hoge kosten. Onze gedachten gingen toch snel weer naar Costa Rica... Toen ik een Lonely Planet Top 10 paradijselijke eilanden tegenkwam, viel mijn oog op #3: San Blas eilanden in Panama. Zo ontstond een voor ons perfecte combinatie: eerst een paar dagen chillen op een bountystrand, dan een onbekend gebied ontdekken in Panama en tenslotte een aantal bekende plaatsen opzoeken in Costa Rica. De voorbereiding kon beginnen!

De voorbereiding
Nadat we de bruiloft definitief boekten op een vrijdag begin mei, besloten we om de dinsdag erna naar Panama te reizen. We plannen dan een reis van 23 nachten, zo lang zijn we nog nooit weggeweest! Panama-City zagen we niet echt zitten, dus we wilden de volgende dag direct doorvliegen naar de San Blas eilanden. De San Blas eilanden zijn nog niet heel erg toeristisch en de mooiere lodges vragen ontzettend veel geld voor een (all-in) verblijf. Uiteindelijk kozen we voor Yandup Island: alleen bereikbaar per vliegtuig, kleinschalig met maar 11 cabinas en nog enigszins betaalbaar. We boekten ook een hotel voor de nacht in Panama-City en vonden een leuke B&B om te verblijven na terugkomst van San Blas, in de buurt van het kanaal. Ook had ik via e-mail contact met een natuurorganisatie nabij Nationaal Park Omar Torrijos. Dit park willen we graag bezoeken, maar ik kan in de reisgids of op internet geen hotel vinden in de buurt van de weg naar het park. Met behulp van Julie, van La Mica, krijgen we informatie over een cabina. Dit schijnt redelijk primitief te zijn, maar ligt wel bij een prachtige waterval, dus dit staat ook op de planning.

Het valt al snel op dat Panama een stuk duurder is dan Costa Rica, niet alleen de accomodaties op de San Blas eilanden zijn duur. Ook rondom Panama-City en aan de kust zijn de prijzen voor hotels behoorlijk hoger dan we gewend zijn. Een auto huren blijkt ook behoorlijk kostbaar te zijn. In eerste instantie willen we met een auto rijden van Panama-City naar David en dan met openbaar vervoer de grens oversteken. Uiteindelijk blijkt het voor ons goedkoper te zijn om de auto zelf terug te rijden naar Panama-City en met het vliegtuig naar San José te reizen. Dit scheelt ons ook behoorlijk wat tijd, dus daar kiezen we voor. Voor we een auto reserveren check ik diverse websites. We willen een 4WD omdat we die zeker nodig hebben om bij de verschillende nationale parken te komen. Uiteindelijk kiezen we voor een RAV via Holidaycars, de prijsverschillen zijn enorm en het is weer een gegoochel met kosten voor verzekeringen.

De route in Costa Rica staat al snel vast: we hebben ongeveer een week en willen in ieder geval de eerder bezochte Dos Palmas La Garita, Heliconia Island en Casa Rio Blanco bezoeken. Daarnaast heb ik via het Costarica prikbord contact met Mario en Manon van Tipi Jungla, hier wil ik ook heel graag een bezoek aan brengen. De overnachtingen in Costa Rica leggen we allemaal vast, we zijn er zeker van dat we ons hier prima gaan vermaken. Ook reserveren we weer een auto via Dos Palmas, hiervoor hoeven we niet te vergelijken, dit is altijd prima geregeld voor een goede prijs.

De volgende plaatsen gaan we bezoeken (van rechts naar links ;-) :

Een paar weken voor we vertrekken krijgen we een berichtje van de KLM: de vluchten zijn geannuleerd en we reizen een dag later heen en terug. Aangezien wij voor de dag na aankomst al een volgende vlucht naar San Blas hebben geboekt, is dat voor ons geen oplossing. Gelukkig werkt KLM prettig mee en mogen we - op hun kosten voor de overnachtingen - een dag eerder heen en een dag later terug!

We trouwen op vrijdag, vertrekken de maandag erna en exact een week voor de reis ontdek ik dat ik zwanger ben. Dit maakt de reis bij voorbaat al heel bijzonder, de laatste keer met z'n tweetjes! We bezoeken nog snel een verloskundige en laten een echo maken. Met de wetenschap dat er de kleine al 9 weken in m'n buik groeit en tips van de verloskundige en zwangerschapsboeken gaat onze huwelijksreis van start!

Dag 1 - de reis
Na een fantastisch weekend vertrekken we maandagmorgen naar Schiphol. Het regent, voor het eerst sinds drie weken heerlijk zonnig weer. De reis naar Panama met KLM duurt ongeveer 11 uur, een behoorlijk lange zit maar we vermaken ons wel met het entertainment system. Dankzij het tijdsverschil komen we aan het begin van de avond aan in Panama. De skyline ziet er weer indrukwekkend uit vanuit de lucht. We zijn eerder op deze luchthaven geweest, maar nu gaan we voor het eerst ook de luchthaven af. Ons eerste onderkomen, B&B Casa Las Americas, heeft een taxichauffeur voor ons geregeld, die ons netjes met een bordje staat op te wachten. Ook in Panama is het gaan regenen, maar met een temperatuur van boven de 30° Celsius voelt dat heel anders aan. Het is ruim een half uur rijden vanaf de luchthaven naar Albrook, de wijk waar zowel de B&B als het nationale vliegveld ligt. Als we aankomen bij de B&B drinken we nog wat en gaan we lekker op tijd slapen.

Dag 2 - Panama City ontdekken
We worden vroeg wakker, erg vroeg. Het is wel al erg warm en wij moeten hier duidelijk nog aan wennen. We voelen ons niet zo fit en doen rustig aan. Even bij het zwembad zitten, rustig ontbijten, stukje wandelen naar een supermarkt in de buurt, veel meer doen we deze ochtend niet. In de middag zoeken we een taxi om ons naar de Amador Causeway te brengen, een weg naar een drietal schiereilandjes voor Panama-City. We hebben in deze hitte helemaal geen zin om een stad in te gaan, maar hier kunnen we lekker een stukje wandelen, op een terrasje zitten en een hapje eten met uitzicht op de skyline van de stad en de ingang
van het kanaal. Aan het water is het ook heerlijk,
niet zo warm als in de stad.

Het wordt aangeraden om een vaste prijs af te spreken met taxi's, onze taxi's hebben niet eens een meter. Heen lopen we richting een doorgaande weg in de verwachting dat we wel een taxi zullen vinden. Dit duurt echt lang, net als we terug willen lopen om toch maar een taxi te laten bellen, rijdt er gelukkig een taxi langs. Als we van het restaurant terug willen naar de B&B staat er een oude gammele taxi klaar. De chauffeur vraagt belachelijk veel geld. Dan toetert er achter ons een splinternieuwe wagen. De chauffeur zegt dat hij nog geen taxi bord en kenteken heeft, maar wel taxi is. De stoelen zitten nog in plastic, zo nieuw is de auto die misschien wel helemaal geen taxi is. Maar als zijn prijs ook nog eens veel lager is dan die van de gammele taxi stappen we direct in. We zijn in no time weer terug bij de B&B. We gaan weer op tijd slapen, we zijn moe en moeten er morgen heel vroeg uit.

Dag 3 - In een mini-vliegtuig over de jungle
Vandaag is voor mij een dag waar ik erg naar heb uitgekeken! We gaan niet alleen naar een bijzonder mooie locatie, maar ook de reis er naar toe is heel speciaal. Al om half 6 staat de taxi klaar voor de B&B om ons naar Balbao / Albrook Airport, vanwaar praktisch alleen nationale vluchten vertrekken. We kijken onze ogen uit, dit zijn we niet gewend van vliegvelden! We hebben wel kleine vliegvelden gezien, maar dit slaat alles! We moeten eerst wachten in een soort klaslokaal totdat er personeel beschikbaar is om ons (ja ons, incl. bagage!) te wegen. Vervolgens krijgen we een soort houten bordje met een stoelnummer erop, die we bij het boarden weer moeten inleveren. Ondertussen moeten we ook een adres en telefoonnummer opgeven voor noodgevallen en blijken we nog minder handbagage mee te mogen nemen dan verwacht. Dus we pakken een tas in met plastic tape zodat deze alsnog ingecheckt kan worden, oftewel in een boodschappenmand kan worden gelegd onder de tafel waar onze tassen gecheckt worden.

Eindelijk is het tijd om te boarden, we worden gefouilleerd en moeten in één van de drie boarding zaaltjes (nog meer klaslokalen) plaats nemen, daarbij zoeken we zelf onze vliegbestemming op. Als de deuren open gaan, wordt ons een vliegtuig aangewezen waar we zelf naar toe lopen. Het vliegtuig biedt plaats aan 16 mensen en de piloot en co-piloot. Wij hebben de stoelen helemaal voorin toegewezen gekregen, we kunnen bij de piloot over de schouder meekijken. Een stewardess is er niet, veiligheidsinstrucuties worden ook overgeslagen en voor we goed in de gordels zitten, rijden we al naar de startbaan toe.
Toen we naar het vliegveld reden was het weer nog zonnig, nu trekken donkere wolken vanuit het noord-oosten naar ons toe. Dat is ook precies de richting waar we naar toe moeten, oh jee! Het duurt toch nog even voordat we daadwerkelijk de startbaan op rijden en dan duurt het niet lang voordat we opstijgen. We vliegen over Panama-City, wat een enorm grote stad! Er zijn grote delen heel gestructureerd aangelegd, de skyline ziet er heel chaotisch uit maar nog chaotischer zijn de buitenwijken, waarbij wij het idee van sloppenwijken krijgen. Het duurt veel langer dan verwacht voordat we eindelijk over de jungle vliegen.

Halverwege de vlucht, na ongeveer 20 minuten, verandert het uitzicht. In plaats van aangelegde wegen en woningen zien we jungle, heel veel jungle. We kunnen nog even genieten van het prachtige, groen uitzicht en dan vliegen we door en langs wolken. Het weer wordt slechter en daarmee de stabiliteit van het vliegtuigje. De piloten lijken zich er niets van aan te trekken, doen nog wel even de raampjes dicht maar zitten vooral met hun Blackberries te spelen. Als we weer goed zicht hebben vanuit het vliegtuig, naderen we de kustlijn. Dat ziet er heel mooi uit, de jungle loopt hier echt tot in het water en langs de kust liggen ontelbare
mooie eilandjes. Gaaf!!!

Wij vliegen nog even verder en krijgen dan het vliegveld van Playon Chico in zicht. Nou ja vliegveld, hiervoor hebben ze de term 'landingstrip' uitgevonden. Het vliegtuig draait richting binnenland en draait dan met een scherpe bocht om terwijl we flink dalen. De landing gaat perfect en we gaan vol in de remmen om niet aan het einde van de landingsbaan in de zee te belanden.

Het vliegveld van Playon Chico ligt met een loopbrug verbonden aan het dorpje van de Kuna indianen. Zij wonen op een soort eilandje. Aan het einde van de landingsbaan maakt het vliegtuig een bocht en staat dan voor het 'kantoortje' van het vliegveld, een soort hokje waar iemand in kan zitten om mensen in te checken. De bagage wordt naast het vliegtuig neergelegd en direct naast de landingsbaan is de aanlegsteiger voor de boot van Yandup Island, ons onderkomen voor de komende twee nachten. Er is nog één Canadese toeriste die dezelfde boot als wij neemt. Het is ongeveer een kwartier varen naar Yandup Island Lodge, waarbij we een blik kunnen werpen op het dorpje. Je waant je hier toch echt ver van de westerse wereld, wat wordt
bevestigd door onze telefoons die absoluut geen
bereik hebben.


We krijgen op Yandup Island eerst een bungalow toegewezen en worden dan welkom geheten met een ontbijt. De bungalow is fantastisch: helemaal van hout en bamboe, op palen boven het water. Tussen de vloerplanken zie je de visjes in het water zwemmen! Vanuit de hangmat en schommelstoel hebben we uitzicht op het vasteland - niets dan groen! En het eilandje waar de locals wonen, hier gaan we morgen naar toe met een gids. Af en toe vaart er een local langs in een holle boom. Wat een leven!!!
Na het ontbijt gaan we met een boot, gids en drie andere toeristen op pad. Voor vertrek kiezen we een paar flippers en snorkelspullen uit, die hoef je gelukkig niet zelf mee te nemen naar dit eilandje. We varen ongeveer een half uur langs de kust en over open zee, tot we aankomen bij een bounty eilandje. Hier gaan we voor het eerst in ons leven snorkelen langs een rif. Vanaf het strand is al te zien dat er veel begroeiing is onder water, we zijn erg benieuwd! Het is jaren geleden sinds we voor het laatst een snorkel hebben gebruikt, dit moet tijdens een zwemles op de basisschool zijn
geweest. De eerste slokken zeewater hebben we dan ook snel binnen, maar het ademen door de snorkel went snel. Wat is het hier prachtig onder water! En wat baal ik nu dat ik toch geen onderwater camera heb gekocht!

We liggen ongeveer een half uur te dobberen in het water als we wel trek krijgen in een zoet drankje. De gids heeft een koelbox mee, dus dat is snel geregeld. Nu we uit het water zijn merken we dat de zon toch best fel is hier. Het is bewolkt, maar toch zien we allebei al wat rood. Flink insmeren dus! We wandelen wat rond over het eilandje en dan
is het tijd om weer naar de lodge te gaan voor een lunch.

Na de lunch hebben we nog een paar uur rust, we relaxen lekker in onze bungalow en lopen een rondje over het eilandje. Het stelt eigenlijk niets voor, er staan 11 huisjes waarvan 6 op palen boven het water. Het eilandje zelf bestaat uit koraal waar een laagje aarde met gras op ligt. Op het eilandje staat verder een onderkomen voor de eigenaresse en het restaurant. Ook zijn er een stuk of 40 palmbomen te vinden en een heel klein strandje. Voor het strandje van het eilandje drijven wat kwallen in de rondte, dus hier gaan we niet zwemmen. Ondanks het windje vanaf zee is het flink warm hier!

Rond drie uur worden we geroepen met een slag op een gong, daar wordt ook op geslagen als er eten klaar staat. We stappen in de boot voor een mangrovetour. We varen eerst rondom het eilandje waar de locals wonen en kunnen hier en daar een blik werpen in het leven hier. Morgen gaan we het eilandje bezoeken, nu vaart de gids een paar honderd meter verder waar het mangrovebos begint. Helaas weet de gids praktisch niets te vertellen over de mangroven. We zien nauwelijks vogels en zijn eigenlijk best snel uitgekeken in het bizarre bos. Het enige dat de gids weet is dat de mangrove heel hard hout 
biedt waar de dorpsbewoners graag gebruik van maken.
We varen nog wat rond en als de gids wat op de bodem ziet liggen, legt hij de boot stil. Hij duikt met snorkel en bril in het water en haalt voorzichtig een zeekomkommer en zeester van de bodem. Gek en bijzonder om te voelen! Als het begint te schemeren varen we weer terug naar Yandup Island. Hier hebben we weer een uurtje rust voordat het diner wordt geserveerd.

Bij de reservering moesten we opgeven of we bijzondere wensen hebben voor het eten. Op de site stond vermeld dat er voornamelijk vis wordt geserveerd. Christiaan eet geen vis, daarom is er met het vliegtuig vanmorgen een portie kip meegevlogen dat nu op zijn bord ligt. Op mijn bord ligt de helft van een gigantische kreeft. Lekker!!! Na het diner relaxen we nog wat in de hangmat en schommelstoel en na een frisse douche duiken we schoon ons bedje in. Junglegeluiden zijn we wel gewend, maar nooit eerder sliepen we met het geluid van de zee. Het duurt dan ook even voor we slapen.

Dag 4 - Genieten!
's Morgens vroeg wordt ik wakker van de geluiden en daarna kan ik de slaap niet meer vatten. Nog voor de zon rond 6 uur opkomt zit ik al in de schommelstoel op de veranda. Het is nu al lekker warm! Ik geniet van het prachtige uitzicht, van de wolken damp die opstijgen uit de jungle op het vaste land en van de Kuna indianen in kano's die op zoek gaan naar vis. Als Christiaan ook wakker is gaan we naar het restaurant waar we een prima ontbijtje krijgen. Na het ontbijt gaan we weer op pad met de boot. We varen nu zeker een uur en gaan verder de zee op.  Het water is best wild en we klappen met de voorkant van de boot hard op het water. Het zicht rondom is prachtig, dit maakt de ongemakkelijke houding in de boot wel goed.

Het eilandje waar we van boord gaan is bizar mooi, nog veel mooier dan het eilandje van gister. Het is nu ook bewolkt, maar het weer oogt iets vriendelijker dan gister. Langs het eilandje loopt een groot rif waar we kunnen snorkelen. Met onze rode schouders in een t-shirt duiken we het water in. Het is lastig kruipen of zwemmen over het koraal, maar uiteindelijk bereiken we het diepere water. Het is alsof we een aquarium induiken, of Finding Nemo inzwemmen. Prachtige kleuren, grote scholen vissen en schitterend koraal strekken zich voor ons uit. We duiken nu ook af en toe naar beneden om meer van het rif te kunnen zien, het snorkelen gaat
ons steeds makkelijker af. We genieten volop van
de onderwaterwereld.

Het eilandje zelf is ook prachtig. Palmbomen op een bijna wit strand, het heldere water en dan ook nog wrakhout dat het plaatje compleet maken. We lopen over het eilandje en kijken vanaf de andere kant uit op open zee. De gids heeft weer lekker verfrissende drankjes meegenomen. Terwijl we lekker relaxed met een drankje op het strand liggen, breekt het zonnetje door. De blauwe lucht maakt het plaatje nog mooier! Als we trek beginnen te krijgen is het tijd om weer in de boot te stappen voor de terugvaart.

Na de lunch relaxen we weer wat in de bungalow en spoelen het zand van ons af. Als de gong weer gaat, stappen we weer in de boot en varen naar de aanlegsteiger van het dorpje. We zijn nu alleen met de gids en de Canadese toeriste. Playon Chico, oftewel Ukupseni in lokale taal, heeft 3.000 inwoners, alleen Kuna indianen. Ze leven van wat zij zelf verbouwen en uit zee vissen. Op het vaste land is een soort groentetuin, een schooltje en de landingstrip, bereikbaar over de loopbrug. Ook de begraafplaats is op het vaste land. Vanaf de loopbrug kom je eerst bij een basketbal veldje en langs een kerkje voordat je in het dorpje zelf komt.
Dit is echt een flinke stap terug in de tijd. Er is wel stroom, mannen en kinderen dragen westerse kleding, maar verder is de tijd stil blijven staan.

Veel bewoners wonen in een traditioneel gebouwd huisje, bestaande uit één ruimte waar men kookt op hout, slaapt in hangmatten en overdag leeft. Natuurlijk zijn de mensen hier wel veel buiten. Overal lopen kinderen en alle vrouwen lijken zwanger te zijn. We verbazen ons er ook over dat we zeker 3 albino kinderen zien lopen, op een populatie van 3.000 toch best veel. De gids legt uit dat de meeste mensen hier hun hele leven blijven, alhoewel families wel proberen geld te sparen of een beurs te krijgen om een van de kinderen in de stad te laten studeren. Het is hier normaal dat de kinderen voor de ouderen zorgen, dus dit is een investering in de toekomst van de hele familie.

De vrouwen lopen veelal in mola's, de originele kleding van Kuna indianen. Dit zijn mooi versierde stukken stof, die uiteraard overal te koop worden aangeboden. Verder zijn er handgemaakte sieraden en tasjes te koop. Overal om het eiland zijn aanlegplaatsen voor kayuco, een soort kano gemaakt van een uitgeholde boom. Tijdens de wandeling door het dorp krijgen we ook te zien hoe zo'n boot wordt uitgehakt. Dit gaat met de hand en de vakman is hier 3 maanden mee bezig.

Golfplaten hebben ook hun intrede gedaan in het dorp en met minder traditionele middelen is er een kerk gebouwd. Wat ook wel bijzonder is zien we bij de kerk. Afval wordt in zee gedumpt, op zo'n manier dat het eilandje groeit. Over het afval wordt grond gestort en zo wordt het eilandje langzamerhand groter. De hele wandeling lang lopen er wel kinderen om ons heen. Eén jongetje trekt continu onze aandacht. Hij lijkt niet helemaal gezond te zijn, het is niet makkelijk om echt contact met hem te maken. Toch is het wel een schatje. Van andere toeristen horen we later dat hij dit bij alle bezoekers doet. Als we het hele eilandje rond zijn, gaan we weer aan boord van de boot en worden we bij Yandup afgezet. Bij terugkomst gaan we meteen naar het restaurant, waar we wat drinken en kletsen met de Canadese. Vandaag staat er vis op het menu, ook dit smaakt prima! Na het diner gaan we terug naar de bungalow, we zijn toch best moe na de slechte nacht en de hele dag relaxen.

Dag 5 - Terug naar de jungle
Zo vroeg als we twee dagen geleden zijn gearriveerd, zo vroeg vertrekken we vandaag weer naar Panama-City. De terugvlucht staat gepland om 7 uur. De andere toeristen gaan ook terug en gezamenlijk wachten we op de loopbrug op het vliegtuig. Er is geen vertrekhal, er is zelfs niemand die ons kan vertellen of het vliegtuig vertraagd is. Dit blijkt wel het geval te zijn en we staan nog op de brug als de basisschool begint. Alle kinderen van het eiland lopen in schooluniform over de brug naar het schooltje. De kleding mag dan wel hetzelfde zijn, er is toch duidelijk verschil in rijkdom herkenbaar. Sommige kinderen lopen op nieuwe sportschoenen en hebben een mooie rugtas op de rug. Andere kinderen lopen blootvoets met een plastic zak in de hand.

Als de rust weer terugkeert op de brug verschijnt er een vrouw met sateliettelefoon. We kunnen zelf niet bellen en gelukkig kan zij ons wel informeren over de vliegtuigen. Wij vliegen met Aeroperlas, de anderen met AirPanama. Beide vliegtuigen zijn niet opgestegen vanuit Panama-City en de vertraging is onbekend. Toch wordt ons geadviseerd om hier te wachten, we kunnen verder toch nergens heen. Het is dan 8 uur en het duurt nog tot 10 uur tot het vliegtuig van AirPanama in de lucht verschijnt. Wij weten inmiddels wel dat Aeroperlas vandaag niet komt, dus de kans is groot dat we nog een nachtje hier moeten blijven. Op zich geen probleem, maar we hebben wel een huurauto en hotel geboekt dus dan moeten we wat regelen. We noteren de telefoonnummers voor de Canadese, die voor ons zal bellen als wij niet met het vliegtuig mee kunnen.

We lopen nog maar eens naar de vrouw met de telefoon en zij denkt dat wij wel mee kunnen. We moeten de vlucht dan bij aankomst betalen. Ze adviseert ons om ons in te schrijven bij de incheckbalie. Vanuit het niets is er iemand in het hokje bij de landingstrip gekropen die een lijst bijhoudt met de namen van degenen die mee willen. We staan bovenaan de lijst en hebben dus goede hoop! Als het vliegtuig geland is, moet er veel bagage en vracht worden uitgeladen. Christiaan helpt een handje mee en zo staan we vooraan in de rij als toch nog iedereen aan boord kan. Het vliegtuig is vergelijkbaar met die van de heenvlucht en voor we het goed en wel doorhebben stijgen we op. Het weer boven Panama-City, maar ook boven de jungle, is erg slecht. We vliegen dan ook een flink stuk om en steken het land dwars over, om daarna nog lang langs de zuidkust te vliegen.

Om 11 uur zijn we weer terug op Albrook Airport. Hier moeten we allemaal in een rij voor het overhandigen van een ticket of het betalen van de vlucht. Daarna krijgen we de tassen weer mee en kunnen we op zoek naar een taxi. Uiteraard doen we een poging om ons geld van Aeroperlas terug te krijgen, we hebben nu 80$ per persoon extra moeten betalen. Volgens de dame bij Aeroperlas is dit niet mogelijk. Het weer was te slecht om te vliegen, dit is overmacht en dan krijg je geen geld terug. Op onze vraag hoe het dan kan dat AirPanama ons wel terug heeft kunnen brengen, heeft ze geen antwoord. We vullen wat formulieren in en dan gaan we maar, dit regelen we wel weer als we thuis zijn.

Onze huurauto staat op ons te wachten op het internationale vliegveld Tocumen, aan de andere kant van de stad. Met de taxi is dit een half uur rijden en we kijken onze ogen weer uit onderweg. We proberen de route te onthouden, we moeten nog de koffers ophalen bij de B&B waar we hebben overnacht en die ligt vlakbij Albrook Airport. De RAV4 die we hebben gereserveerd staat netjes voor ons klaar en al snel kunnen we onze reis vervolgen. We rijden eerst naar de B&B wat ons verrassend goed af gaat. De wegen zijn prima, het is alleen even wennen aan de nummering van huizen en straten. Vanaf de B&B is het nog geen uur rijden naar ons volgende onderkomen, dus we doen ondanks de flinke vertraging rustig aan. We lunchen bij McDonalds, wat flink tegenvalt na het bijzondere eten bij de Kuna indianen. Dan gaan we de stad uit, op weg naar het kanaal. Net voor het kanaal nemen we een afslag van de snelweg en rijden we noordelijk naar Gamboa.

Gamboa is een dorpje van niets, aan de oever van het Panama kanaal. Hier ligt een grote, luxe Amerikaanse lodge. In het dorpje is zelfs geen supermarkt, we vinden alleen een soort winkeltje waar we wat water kunnen kopen. Omdat de lodge bizar duur is, heb ik vooraf gereserveerd bij Ivan's Bed and Breakfast. De B&B heeft een paar kamers boven het woonhuis van Ivan, z'n ouders en familie. We mogen gebruik maken van de tuin, waar ook diverse dieren te zien zijn. We pakken wat bagage uit de koffers en gaan dan weer op pad, we zijn toe aan een diner. We gaan naar de Gamboa lodge, heel veel andere keuze is er niet. We kunnen kiezen uit á la carte (heel erg duur), een soort brasserij (erg duur) en een buffet (gewoon duur). We kiezen voor het laatste. Het eten is gelukkig ook erg lekker en eigenlijk is een buffet prima als je flink honger hebt! In het donker vinden we gelukkig snel de weg weer terug naar Ivan's B&B, waar we heerlijk slapen zonder geluiden van de zee.

Dag 6 - Een leerzame dag
Ten noorden van Gamboa ligt nationaal park Soberania, waarin Pipeline Road een bekend gebied is om vogels te spotten. Dit alles behoort tot de kanaal zone. We rijden dan ook langs het kanaal naar de entree van het park, waar we helaas geen grote schepen zien varen. We rijden totdat we denken dat we niet verder mogen met de auto. Hier betalen we de entree en dan kunnen we toch nog een stukje verder rijden. We stappen de auto uit en staan direct midden in de jungle. Nog geen uur weg van de grote stad, maar wat een rust!

Het pad is goed onderhouden en we wandelen met onze ogen en oren wijd open. Als eerste vallen ons de vele Morpho vlinders op, een prachtige grote vlinder, die blauw oplicht als hij rondfladdert. We hebben de vlinders al vaak gezien, maar nog nooit zoveel bij elkaar. De vlinders zijn ontzettend beweeglijk en helaas lukt het me weer niet om een mooie foto te maken van een wilde Morpho. We lopen rustig door het nationaal park en komen nauwelijks andere bezoekers tegen. Na een half uurtje lopen, komen we bij een huisje met een slagboom, waar ook een paar auto's staan. Stom zeg, we hadden gewoon tot hier door kunnen rijden. Af en toe staan we stil en dan zien we altijd wel een dier. Een mooie vlinder, een prachtige libelle, een kleine krokodil, er leven hier echt veel dieren. Maar de vogels waar dit gebied om bekend staat, die zien en horen we niet. Op een mooi plekje tussen ontzettend hoge bomen spotten we een luiaard hoog in de boom. Terwijl we deze op de foto proberen te zetten, zien we een aantal boomtoppen bewegen. We zien geen apen, maar we weten wel zeker dat ze er zitten. Of er moet een hele grote vogel in de boom zitten?

Als we de apen zien, horen we ze ook. Een flinke groep brulapen is aan het relaxen op een grote boomstam. Een enkele aap plukt wat bladeren uit een boom om deze rustig op te eten. Vanuit het niets beginnen de apen te brullen, het geluid klinkt diep en luid. Eerst denken we dat ze het op ons gemunt hebben, maar dan zien we verderop ook beweging in de boomtoppen. Hier verschijnen een aantal kapucijneraapjes die duidelijk niet welkom zijn bij de brulapen. Er wordt heel wat heen-en-weer gerend en gesprongen, wat een prachtig gezicht! Ook leuk is om te zien hoe de luiaard en een aantal brulapen zich helemaal niets aantrekken van het tumult en gewoon lekker relaxed blijven hangen in een boom.

Als de rust is teruggekeerd en er andere toeristen op dit mooie plekje verschijnen, besluiten wij terug te lopen naar de auto. We hebben toch een flink stuk gelopen en mijn conditie is duidelijk een stuk minder dan ik vooraf had verwacht. Sterker nog, na een kwartier te lopen op de terugweg begin ik echt moe te worden. Toch de zwangerschap die m'n lijf uitput? We wandelen in een iets rustiger tempo verder en komen bij het huisje met de slagboom. Hier staat ook een bankje en ik ben blij dat ik even kan zitten. Als Christiaan voorstelt om de auto te gaan halen ben ik erg blij, ik wacht hem wel rustig af. Ondertussen vermaak ik me met het fotograferen
van een gigantische rij bladsnijdermieren en nog een
paar vlinders.

Als Christiaan mij heeft opgehaald gaan we terug naar de B&B. We kleden ons om en dan rijden we weer richting Panama-City, we gaan naar de Miraflores sluizen. Dit toeristische onderdeel van Panama kunnen we natuurlijk niet overslaan. De Miraflores sluizen vormen een gigantisch complex. Er zijn meerdere verdiepingen in het bezoekers centrum. In het hele gebouw is het omroepsysteem te horen, waarmee grote schepen worden aangekondigd. 's Morgens worden de sluizen gebruikt om schepen het kanaal in noordelijke richting op te laten, in de loop van de middag verlaten schepen het kanaal weer richting zee.

We gaan eerst een film kijken over het ontstaan van het kanaal. Hieruit blijkt het belang van de kanaalzone, het regenwoud rondom het kanaal. Iedere keer dat de sluizen open gaan, om een schip door te laten, stromen duizenden liters water vanuit het kanaal de zee in. Dit water wordt aangevuld door de vele zijkanalen die vanuit het regenwoud het kanaal in stromen. In de 19e eeuw werd, nadat er eeuwen over was gesproken, eerst een treinrails aangelegd tussen Colon (noord kust) en Panama-City (zuid kust). Hierna volgde het kanaal, waaraan in 1881 werd begonnen. Het duurde nog tot 1914 voordat het eerste schip de
oversteek kon nemen.

Als wij het museum hebben bekeken, wordt de komst van een Panamax schip aangekondigd. Panamax schepen heten zo omdat hun omvang is vastgesteld op de maximale grootte van een schip dat nog door de sluizen van het Panama kanaal kan varen. Aan weerszijden van het schip is nauwelijks ruimte en vanaf het bezoekersplatform maakt de grootte van het schip echt indruk op ons. Het is gelukkig niet ontzettend druk, dus we kunnen goed zien hoe het schip met behulp van treintjes door de sluis wordt gevoerd. Het duurt bijna drie kwartier voordat het schip de sluis door is. Tijdens het gehele proces worden bezoekers geinformeerd, in het Engels en het Spaans. Zo leren we veel over de sluizen, maar ook over het type schepen, de kosten van een doorgang (tot enkele miljoenen $$) en over de plannen om de sluizen te vergroten. Dit moet klaar zijn voordat het kanaal over drie jaar het honderdjarig bestaan viert. De geschiedenis die hieraan vooraf ging wordt uitgebreid gepresenteerd in de film, maar ook in het museum, onderdeel van het bezoekerscentrum. Ook wordt hierin de rol van Amerika duidelijk. Nadat eerst de Fransen er een puinhoop van hadden gemaakt, hebben Amerikanen het kanaal afgemaakt. Zij hebben daarvoor een deel van Panama geclaimd en de Amerikaanse invloeden zijn overal nog meer dan zichtbaar.

Als het schip door de sluis is, lopen wij weer het bezoekerscentrum in. We bezoeken het museum dat een beeld geeft over de flora en fauna in de kanaalzone. De verschillende soorten regenwoud worden toegelicht, maar er is vooral veel informatie over de dieren die er leven. Niet alleen opgezette dieren, maar ook enkele levende insecten zijn van heel dichtbij te bekijken. Erg interessant en zeker een bezoek waard! Als we het hele bezoekerscentrum hebben bekeken, vertrekken we weer richting de B&B. Hier zitten we nog een tijdje heerlijk in de tuin, de temperatuur is nu heerlijk en we zien verschillende mooie vogels op de planten en struiken afkomen. We eten nog wat en dan gaan we de koffers inpakken, morgen reizen we weer door.

Dag 7 - Toeristisch, of liever niet toeristisch?
Voor vandaag staat de eerste langere route door Panama op het programma. We rijden eerst naar El Valle de Anton, één van de toeristische trekpleisters in het binnenland van Panama. De vallei ligt in een oude krater van een vulkaan. Er zijn veel hotels en restaurants en er zijn verschillende activiteiten te ondernemen. Wij bezoeken een prachtige waterval, waar we helaas verre van de enige toeristen zijn. Hele families en andere grote groepen wandelen door het park, wat wel heel mooi is aangelegd.

We ontvluchten de drukte en rijden weer door naar de Panamerican highway. Die volgen we tot iets voorbij de vieze stad Penonomé, waar we boodschappen en lunch kopen en de afslag nemen richting El Copé. Dit dorpje vormt de toegang tot het nationale park Omar Torrijos. Via het internet heb ik contact opgenomen met de organisatie La Mica, die een onderzoeksproject uitvoert nabij het nationale park. Eigenaresse Julie Ray heeft een cabina voor ons gereserveerd. Het is me de laatste week niet meer gelukt om contact met haar te krijgen, maar de informatie over de route en de cabina hebben we bij ons. De weg bergop wordt steeds slechter en uiteindelijk bereiken we een dorpje, wat de naam dorp eigenlijk niet verdient. Het gehucht stelt werkelijk niets voor en tot mijn schrik spreekt er niemand Engels. In mijn slechte Spaans leg ik uit dat we zoeken naar de Amerikaanse van La Mica, maar hier snapt ook niemand iets van. Uiteindelijk krijgen we wel uitleg over de route naar een cabina, hiervoor moeten we nog iets verder doorrijden.

Aangekomen bij een huisje waar een bordje "Omar Torrijos" en "cabina" hangt, kan ik met handen en voeten en een beetje Spaans uitleggen wie we zijn en waar we voor komen. Er wordt een oude man uit het huisje gehaald en hij gaat met een sleutel met ons naar buiten. We lopen een stukje verder en daar zien we de cabina. Het is eigenlijk meer een soort hut, het stelt echt niets voor. In de spartaans ingerichte hut staan twee éénpersoons bedden. Achter de hut is het sanitair, om dit te laten functioneren wordt de waterkraan langs de weg opengedraaid. Er is alleen stromend water voor de douche en een wasbakje, het toilet is een diep gat. Maar wel met toiletzitting. We weten de man nog te vertellen dat we lakens nodig hebben en dan laat hij ons alleen. Even later komt hij terug met een stapeltje stof, hier kunnen we wel iets van maken. Wij wilden van de gebaande paden, naar een niet toeristische plek? Nou dat hebben we geweten!

Julie heeft me in haar e-mails vertelt over een waterval waarin je kunt zwemmen, bereikbaar vanaf de cabina. Door het ontzettend slechte weer is het water nu alles behalve geschikt om te zwemmen, het water kolkt en ziet bruin van alle modder die erin meespoelt. We kijken even rond bij de waterval en gaan dan weer naar onze hut. Nu het schemerig begint te worden, merken we pas in wat voor muggenzwerm we terecht zijn gekomen. We weten één ding zeker: hier slapen we één nachtje en vast niet langer. Gelukkig hebben we wat brood en beleg gekocht, dus we hoeven niet kilometers de berg af te rijden om iets te eten te halen. Omdat er binnen geen stoelen staan en we niet buiten tussen de muggen willen eten, dineren we op de achterbank van de auto.
We rommelen wat met spullen uit de auto en uit de hut en dan laten we de deur dichtvallen. De sleutel ligt nog binnen en die hebben we echt nodig om de deur te openen. Oeps! Het is pikdonker en we hebben niet eens een zaklamp. Toch moeten we weer terug lopen naar het huisje van de oude man. Gelukkig kunnen we vrij snel duidelijk maken wat het probleem is en met de reservesleutel loopt hij met ons mee. De deur wordt geopend en nu steken we de sleutel maar in de deur.

Een voordeel is wel dat het hier niet zo warm is als op de andere plekken waar we zijn geweest. We besluiten lekker vroeg naar bed te gaan, met kleren aan om nog een beetje te ontkomen aan muggensteken. Ondanks dat we dit niet verwachten, slapen we prima in de hut.

Dag 8 - Wandelen in een nauwelijks bezocht nationaal park
De volgende morgen zijn we natuurlijk weer vroeg wakker. Pas als het licht is durf ik naar het toilet te gaan. Als ik de deur open doe zie ik iets naar beneden vallen op de achterwand. Ik vertrouw het niet, het leek op een grote spin. Als Christiaan op mijn aandringen de vuilnisbak iets verplaatst, rent er een grote vogelspin langs ons over het beton. Pas als het toilet uitgebreid is geinspecteerd durf ik van het toilet gebruik te maken. Het is gelukkig gestopt met regenen, maar de lucht ziet er wel dreigend uit. Natuurlijk gaan we wel het nationaal park Omar Torijos bezoeken, we hebben er nu zoveel moeite voor gedaan.

Na een klein ontbijtje stappen we in de auto en hobbelen verder de bergweg op. We zijn blij met onze flinke 4WD, die hebben we hier ook echt wel nodig. Uiteindelijk rijden we onder een boog door het park in. Hier woont een parkranger, die ons wat uitleg geeft en de entree afrekent. Er komen hier echt niet meer dan 25 bezoekers per maand, dit zijn meestal studenten. We zijn de eersten vandaag en we krijgen ook niet de indruk dat er nog meer mensen volgen. Als ik vraag of er een toilet is, mag ik van zijn privé badkamer gebruik maken, meer voorzieningen zijn er niet.

Nog geen enkele keer heb ik last gehad van mijn zwangerschap, maar nu ben ik echt misselijk. Misschien komt het door de hoogte? We leggen uit dat ik niet ver kan lopen en na inspectie van onze auto laat de ranger op de kaart zien dat we nog een eind door kunnen rijden. Bij een parkeerplaats is een soort onderkomen voor onderzoekers en een oud bezoekerscentrum dat niet meer in gebruik is. Voordat we naar het bezoekerscentrum lopen, lopen we eerst een stuk over een weg het park in. We hopen op mooie uitzichtpunten of mooie dieren, maar helaas zien we beiden niet. Het park strekt zich eindeloos ver uit en we zijn hier echt
helemaal alleen. Totdat er een local te paard langs komt, hij is op weg naar een van de dorpjes aan de andere kant van het gebergte. Het paard gaat ook niet echt enthousiast de bergweg omhoog op en ik houd het ook snel voor gezien.

Het bezoekerscentrum is niet meer in gebruik, er staan nog wel een paar posters en de deur is open. Via het gebouw komen we in een soort tuin met een paar banken en stoelen en een fantastisch uitzicht. Ik ga hier lekker genieten van het groen om me heen en Christiaan wandelt de route die staat
aangegeven. De route is niet zo lang en als hij na drie kwartier terug komt, blijkt dat ik niets gemist heb. We wandelen weer naar de auto en dan rijden we heel lang bergaf, het nationale park en het gebergte uit. Tegen de tijd dat we weer bij de Panamerican highway uitkomen, hebben wij wel honger. Er zijn niet veel restaurantjes langs de weg, die zie je sowieso niet veel in Panama. Uiteindelijk stoppen we bij een PioPio, de lokale KFC. Het eten is niet echt smaakvol, maar we hebben weer iets binnen. Als we naar de auto lopen zie ik een soort bakkertje en daar haal ik een paar pasteitjes. Voor een fractie van de prijs van de PioPio kip en veel lekkerder, dat had ik eerder moeten zien! We nemen ons voor om niet meer naar fastfood restaurants te kijken maar naar kleine winkeltjes en bakkertjes.

Het schiereiland Azuero biedt volgens de National Geographic reisgids een schat aan cultuur en natuur belevenissen, dit zien we wel zitten. We verlaten de Panamerican highway en rijden eerst door de stinkstad Chitré. Direct daaronder ligt het dorp Los Santos en hier gaan we naar Hotel La Villa. Het hotel is helemaal prima, het is een soort resort met voor ons een kamer in een rij met huisjes. Er is een zwembad, een restaurant en we kunnen de was doen. We zijn nu een week onderweg en we hebben al flink veel vieze kleding. We hebben een paar dagen geleden al wat wasmiddel gekocht en die gooien we in de badkuip. De badkamer en de galerij voor de huisjes gebruiken we om de kleding aan op te hangen, het droogt gelukkig snel hier. Ondertussen gaan wij lekker zwemmen en relaxen, heerlijk zo'n rustig middagje! 's Avonds eten we in het restaurant. Er zijn verder geen gasten en het restaurant straalt weinig gezelligheid uit. Als het buiten donker wordt en de lichten binnen aan gaan, wemelt het van de mieren en andere insecten. We eten snel ons eten op en gaan dan naar het huisje waar we nog even televisie kijken.

Dag 9 - Cultuur en natuur helaas onvindbaar
Na een prima ontbijtje bij het zwembad pakken we de rugtassen in en gaan we op zoek naar Nationaal Park Sarigua. Door de ontbossing schijnt hier een soort woestijn te zijn ontstaan waar je kunt wandelen en vogels spotten. Het is ons niet helemaal duidelijk waar we moeten zijn, maar zoveel zijwegen zijn er niet richting de kust en het NP ligt op de kaart duidelijk tussen de doorgaande weg en de zee in. We zoeken eerst naar bordjes, rijden vervolgens alle zijwegen in en vragen verschillende Panamezen de route, maar na ruim een uur hebben we het NP nog niet gevonden. Wat een vervelende mensen hier, we krijgen ook niet de indruk dat ze ons willen helpen. Na nog een keer vanaf de Panamerican Highway tot aan Chitre alle zijwegen te hebben gecheckt zijn we het zat. Dan maar geen bezoek aan het NP. Maar wat dan wel? We rijden door naar Los Tablas maar hier is ook weinig te beleven. Dan besluiten we om vandaag maar direct door te rijden, we hebben hier weinig meer te zoeken. We checken om half 12 uit bij een receptioniste die het niet helemaal begrijpt. We hebben in eerste instantie voor 2 nachten geboekt, maar uiteindelijk is het geen probleem en hoeven we maar 1 nacht te betalen.

We rijden terug naar de snelweg en nemen na een kilometer of 30 een weg naar het oostelijk deel van Azuero. Voor de reis heb ik op internet wat gelezen over een hotel met Nederlandse eigenaren die een herbebossingsproject zijn gestart. Met behulp van een printje dat ik heb meegenomen weten we Hotel Heliconia vrij eenvoudig te vinden. Loes, de eigenaresse, heeft nog een kamer voor ons vrij. Ze laat ons deze eerst zien en wij zijn er helemaal tevreden mee! We vragen haar direct of het mogelijk is om Nationaal Park Cerro Hoya te bezoeken, een park waar veel bijzondere dieren leven zoals de groene ara. In de reisgids stond al dat het niet eenvoudig is om het park te bezoeken, maar na de uitleg van Loes weten we dat dit voor ons een kansloze missie is. Het park ligt vrij hoog op een berg en je kunt er niet komen met een auto. Je moet echt kilometers lopen voordat je in het park arriveert, over particulier eigendom dus een gids is een vereiste. Loes gaat zelf wel morgen het park in, met gasten, maar geeft aan dat de trip echt heel zwaar is. Gezien mijn ervaring op de Pipeline Road lijkt het ons niet verstandig om mee te gaan. Loes biedt ons een alternatief en dat staat ons wel aan: haar tuinman kan ons morgen wel meenemen naar het gebied voor het nationale park. Hij kent er de weg en weet ook het een en ander te vertellen over de bomen en planten. Helemaal prima natuurlijk!

's Middags maken we een wandeling over het terrein van Heliconia, een groot stuk land dat helemaal is kaalgehakt. Loes en haar man Kees hebben een heel plan gemaakt om het land weer vol te laten groeien en hier is ook een begin mee gemaakt. Het is wel erg droog nu en de begroeiing is nog lang geen jungle te noemen, maar we zien wel dat het een prachtig stuk land wordt. Naast de hotelkamers biedt Heliconia ook een paar flinke tenten achter op het land. Ook een bijzondere manier om in de natuur te verblijven! Op advies van Loes dineren we een paar kilometer verderop bij een kleine lodge. De dame die hier in de keuken staat heeft meer aandacht voor haar vriendje dan voor ons eten, maar uiteindelijk verschijnen er wel een lekker visje en kipje op tafel en krijgen wij onze buik weer vol. Ondertussen vermaken we ons met het bestuderen van een flinke pad die door het restaurant springt. Na het eten drinken we nog wat bij het hotel en vertelt Loes hoe zij en haar man hier terecht zijn gekomen. Wat een lief leuk mens, we zijn blij dat we hier terecht zijn gekomen!

Dag 10 - Wandelen zonder wandelpad
Na een heerlijk ontbijt gaan we op ons gemak op pad met de tuiman van Loes. Hij weet de weg en stapt bij ons in de auto. We rijden eerst de doorgaande weg af, totdat deze steeds slechter wordt. Dan geeft de tuinman een seintje, stapt uit de auto en doet een hek open. We rijden nu over een akker en zo volgen er nog een paar. Uiteindelijk parkeren we de auto bij een boerderij en hiervandaan zien we de berg met het nationale park liggen. We lopen nog een stuk langs een akker, waar de grond met paard en gereedschap bewerkt wordt om het geschikt te maken voor het
telen van rijst. Als we bij het bos aankomen blijkt er helemaal geen pad te zijn. De tuinman loopt voor ons uit, we wandelen dwars door het bos. Mooi zeg! Anders dan we gewend zijn liggen hier veel bladeren op de grond, er groeien ook minder varens en andere planten dan in bijvoorbeeld het Omar Torijos NP.

Als we ongeveer drie kwartier gewandeld hebben, komen we uit bij een rivier. Hier spotten we een witte roofvogel en een prachtig ijsvogeltje, die zowaar ook even blijft zitten voor een foto. Het is hier niet zo heel heet en er zijn geen muggen, ideaal
om even rond te hangen en wat te eten. Ondertussen krijgen we nog wat uitleg over hoe de rivieren hier in elkaar overlopen en dan wandelen we via een andere route weer terug naar de auto. De tuinman vraagt ons of we bij een lokale boerderij willen kijken, we begrijpen niet helemaal of dit nou vage kennissen of nabije familieleden van hem zijn. Natuurlijk willen we hier wel een kijkje nemen! We komen bij een mooi gebouw aan, de boerderij is met zorg gebouwd. Eromheen scharrelen wat dieren, zo hebben ze onder andere een aantal zwijntjes. De trots van de eigenaar is een papagaai op een stok. We kunnen het dier van heel dichtbij bekijken, wat een leuk dier! Voordat we weer vertrekken wordt de kofferbak volgegooid met fruit voor ons en de tuinman, wat we allemaal aan hem meegeven als we hem in de buurt van het hotel afzetten.

's Middags gaan we een stukje rijden en kijken of we ergens het strand op kunnen. De route is prachtig, we hebben veel mooie uitzichtpunten. Wel is het heel erg zichtbaar dat hier al het oerwoud is gekapt en dat er alleen nog maar landbouw is. We komen uiteindelijk bij een strandopgang, waar we wat rondkijken. Er loopt achter het strand nog een weggetje en we vragen ons af of deze geschikt is voor onze auto. We rijden er een stuk op, maar keren en rijden terug als de weg slechter wordt en we een andere, veel grotere 4WD aan zien komen hobbelen. We stappen nog even uit de auto bij het begin van het weggetje en de bestuurder van de grote auto spreekt ons hier aan. Hij vraagt wat we hier doen en waarom we niet verder zijn gereden, volgens hem kan dat prima en wordt het alleen maar mooier. Uiteraard stappen wij weer in de auto en gaan op weg.

Het weggetje wordt een soort karrepad en hier en daar ligt er aangespoeld hout in de weg. Het einde van het weggetje komt in zicht als we een rivier zien liggen die in de zee uitmondt. Hier stappen we uit de auto en kijken we wat rond. Het valt ons op dat de golven op zee steeds hoger worden, er stroomt ook al wat water over het weggetje. Als we al even rondgekeken hebben bij de rivier, beseffen we dat het vloed wordt. We kunnen maar beter terugrijden naar de verharde weg.

Op de terugweg rijden we regelmatig door zeewater en moet Christiaan een paar keer de auto uit om net aangespoeld hout van de weg te halen. In het zand zien we verschillende krabbetjes wegrennen als wij er aankomen. De krabbetjes zijn rood met paarse poten, dus ze vallen lekker op. Ook zien we een toekan op grote afstand en een aantal andere mooie vogels. De toekan horen we eerder dan dat we hem zien en we moeten allebei even nadenken om te herinneren wat voor geluid het ook alweer is. Het zijn prachtige vogels en ik ben blij om er weer een te zien!

Als we weer terug komen bij het hotel is het daar nog erg rustig. Terwijl Christiaan even gaat relaxen in de hotelkamer, vermaak ik me met mijn fotocamera bij de kolibrie feeders die Loes heeft opgehangen. Je ziet de feeders overal in Panama en Costa Rica en zonder feeder is het fotograferen van een kolibrie nog veel moeilijker dan dat het nu al is. Uiteindelijk weet ik een paar foto's te maken waar ik erg tevreden mee ben en kom ik na twee uur weer terug bij de hotelkamer. Ondertussen is Loes ook terug met de gasten. Het is een groep biologen uit Amerika en zij overnachten ergens anders.
Ze blijven wel eten en gaan een wandeling maken over het terrein bij Hotel Heliconia. Er is niet echt een restaurant bij het hotel, op de veranda heeft Loes een grote tafel staan en ze bereidt het eten zelf. Wij helpen haar een handje en hebben een erg gezellige avond met de groep mensen. Ze zijn vol van alles wat ze vandaag in NP Cerro Hoya hebben gezien. Waar wij meestal naar vogels en reptielen uitkijken, zijn dit mensen die gek zijn op insecten. Ze hebben dan ook veel boomstronken en omgevallen bomen verplaatst om te zien wat er in het rottende hout leeft. Dit zijn voornamelijk bizarre dieren die wij gelukkig nog nooit zijn tegengekomen. 's Avonds wordt er nog een wit laken opgehangen in de tuin om te zien of daar nog insecten op afkomen, maar het resultaat is minimaal. Wel bewonderen we met z'n allen een boomkikker en een groep vleermuizen die regelmatig het hotel bezoeken.

Dag 11 - Een lange rit naar Volcan
We ontbijten met Loes en daarna pakken we onze koffers in. Vandaag staat er een flinke rit op het programma, we reizen door naar het Noord-Westen van Panama, naar het stadje Volcan. We twijfelden nog of we naar Volcan of Boquete zouden gaan, maar op advies van Loes en de gasten van gisteravond rijden we door naar Volcan. Hiervandaan kun je een bezoek brengen aan Nationaal Park La Amistad (de vriendschap), waarvan een deel in Costa Rica en een deel in Panama ligt. Volcan schijnt ook minder toeristisch en duur te zijn dan Boquete. We hebben zelfs een adres gekregen van een Nederlandse man die in Volcan huisjes verhuurt.

De rit gaat voornamelijk over de Panamerican Highway of Interamericana. Van Costa Rica kennen we deze benaming voor de doorgaande weg door het land, een weg die dwars door regenwouden loopt en prachtige uitzichten biedt. Zo niet in Panama. We rijden kilometerslang langs landbouwgrond, voorzien van complete beregeningsinstallaties. De weg is dan ook vrij vlak en uitzichtpunten zijn er niet. Restaurantjes overigens ook niet, dus als we honger krijgen stoppen we bij het eerste tankstation dat we tegen komen. Hier is ook een soort schuur bij waar je eten kunt bestellen. Helaas is het eten net zo slecht als de staat van het gebouw, de nog rauwe kip sturen we weer terug maar de frietjes smaken prima. We kunnen er weer even tegen en rijden verder. Vlak voor David moeten we langs een controlepost en dan wordt het drukker op de weg. David is dan ook een redelijk grote stad en er is hier ook industriële activiteit te zien.

Wij rijden rechtdoor en verlaten de Interamericana pas bij La Concepcion, een gehucht van niets. Als we de berg op rijden naar Volcan begint het te regenen. Dit is niet gewoon een regenbuitje, maar de hemel breekt open en ons zicht beperkt zich tot nog maar een paar meter. Het lijkt wel avond, zo donker wordt het, maar het is nog steeds maar een uur of drie in de middag. We wachten even tot het ergste deel van de bui overtrekt en dan gaan we toch maar weer op pad. Het schiet niet echt op zo, maar tegen de tijd dat we in Volcan aankomen is het wel weer droog. We rijden naar het opgegeven adres maar helaas zijn alle huisjes al verhuurd. Op advies van de Nederlander gaan we naar Cabanas Reis en hier is nog wel plek voor ons. We hebben een knus huisje met een picknicktafel onder een overkapping, perfect voor dit regenachtige klimaat. Er is wifi, ook wel eens leuk om naar het thuisfront te kunnen mailen en de prijs valt ook ontzettend mee. Het is hier best fris, we zitten dan ook 1.400 meter hoger dan vanmorgen. Een paar honderd meter vanaf ons huisje is een soort tankstation, winkeltje en restaurantje in één. Hier eten we een heerlijke pizza en sandwich en daarna spelen we wat op de tablet onder de overkapping, voor we lekker gaan slapen.

Dag 12 - Wandelen door La Amistad
Ontbijten doen we bij het restaurantje van gisteravond, de pancakes en tosti smaken prima. Daarna stappen we in de auto voor een bezoek aan La Amistad, een nationaal park dat gigantisch groot is en waarvan slechts kleine delen voor toeristen bereikbaar zijn. We rijden door landbouwgebied en als we bijna bij het park zijn dan kunnen we de grenzen van het natuurgebied duidelijk zien. Dit beeld zien we eigenlijk overal in Panama: landbouw tot aan de rand van het natuurgebied. Ontbossing, veeteelt, akkerbouw, in ieder geval nergens de regenwouden zoals we die kennen vanuit Costa Rica. In Panama moet je echt een nationaal park in om het oerwoud te zien.

We zijn weer blij met onze 4WD die ons zonder problemen een hobbelige bergweg oprijdt. Aan het einde van de weg is het kantoor van het nationale park. De parkeerplaats is leeg, we zijn de eerste gasten van vandaag. Als we het gastenboek doorbladeren, zien we dat dit waarschijnlijk ook zo blijft. Gemiddeld ontvangt dit kantoor 25 bezoekers per maand, iedere bezoeker moet het boek tekenen. Er zijn geen routekaartjes beschikbaar, er staat alleen een kaart buiten. Hier maken we een foto van en dan gaan we op pad.

Ondanks dat er weinig bezoekers komen, is het pad redelijk goed onderhouden. We wandelen in een echt regenwoud, overal zien we mos, varens en andere planten en bomen die goed tegen de nattigheid kunnen. Ons valt vooral de grootte op: de gigantisch grote bomen, de gigantische varens. We zien weinig dieren, maar dat is ook logisch in zo'n dicht begroeid gebied. We genieten wel enorm van het wandelen en ondanks dat we hoog op een berg lopen, is de wandeling voor ons prima te doen. Ergens halverwege zien we een omgevallen boom, waar men met een kettingzaag mee bezig is geweest. Het hout wordt gebruikt om paden en bruggetjes te verbeteren. Eén omgevallen boom biedt zo veel hardhout dat ze hier waarschijnlijk jarenlang het onderhoud mee kunnen doen. Na ongeveer anderhalf uur zijn we weer terug bij de auto. We kunnen nog een route wandelen maar besluiten weer terug te gaan naar het dorpje. Bij de bakker halen we een paar broodjes die we bij een grote rivier opeten. Hier kunnen we goed zien hoe droog het eigenlijk nog is, ondanks de gigantische regenbuien van gister. Het water in de rivier kan in ieder geval nog meters stijgen.

's Middags rijden we nog wat rond, we willen naar een vogelkijkhut maar die kunnen we niet vinden. Uiteindelijk besluiten we maar terug te gaan naar ons huisje. Na een verfrissende douche is het al bijna tijd om te eten en dit doen we weer bij hetzelfde restaurantje als gister. Het eten is weer prima, ondanks dat het stroom een aantal keer uitvalt.

Dag 13 - Over de continentale waterscheiding

Vandaag rijden we terug tot voorbij David en van daar uit over een van de weinige wegen die van de Pacifische naar de Caribische kust loopt. We rijden dus over de waterscheiding, hoog in de bergen. De weg terug naar David kennen we al en hier rijden we dan ook lekker door. Vanaf Chiriqui gaan we de bergen in. In de reisgids staat een uitgebreide routebeschrijving en die volgen we dan ook. We stoppen even bij een rivier, waar we een paar hagedissen bekijken en een broodje eten. De brug over de rivier is nogal ouderwets en gammel, maar het is wel mooi om hier een paard en wagen overheen te zien lopen, het plaatje klopt helemaal.

Verder op de route stoppen we bij een stuwmeer. Hier kan het water ook nog veel hoger staan, we zien wel een paar kleine watervallen die het meer aanvullen. Helaas is de route niet zo spectaculair als we hadden verwacht, ook weer omdat we toch meer landbouw dan bos zien. Nog voor de middag komen we al aan in Chiriqui Grande aan de Caribische kust. Hier lunchen we bij een drukbezocht wegrestaurant. We zien het niet zitten om onze auto mee te nemen naar de eilandjes van Bocas del Toro en op het vasteland is er weinig te beleven. Het is hier bijna 40°C, niet normaal zo heet! Ook hebben we nog maar 3 nachtjes in Panama te gaan, dan worden we weer op het vliegveld verwacht. We rijden direct weer terug naar de Pacifische kust.


We rijden door naar de kust en gaan op zoek naar een leuke lodge. De prijzen zijn erg hoog voor een nachtje! Uiteindelijk komen we tercht bij Gone Fishing Lodge in Boca Chica, een klein vissersdorpje waar verschillende luxe lodges aan de kust liggen. Het uitzicht vanuit het restaurant van de lodge is fantastisch, net als vanuit het zwembad. Heerlijk om in die warmte af te koelen met de blik op oneindig. Onze cabina heeft een mooie veranda en uitzicht op groen en zee. Een paar honderd meter uit de kust ligt het eilandje Isla Boca Brava, waar we morgen willen wandelen. Voor nu houden we het op een koud drankje en het zwembad, heerlijk voor ons alleen. We dineren bij de lodge, hier wordt werkelijk overheerlijk eten geserveerd. Ook drinken we nog gezellig een drankje met de eigenaar van de lodge.

Dag 14 - Relax! en een leguanengevecht
We slapen vandaag eens lekker uit en beginnen de dag heerlijk relaxed. Na een overheerlijk á la carte ontbijtje pakken we de wandelspullen en laten we een boottaxi komen. Die brengt ons naar de overkant, naar Isla Boca Brava. Op dit eilandje is een kleine B&B, redelijk primitief maar het ziet er wel gezellig uit. Hier is ook een restaurantje, maar voordat we weer gaan eten, gaan we eerst een stuk wandelen. We wandelen dwars over het eiland, naar een afgelegen strandje. Zo afgelegen dat we er ook niemand tegenkomen. We zien onderweg niet veel bijzonders en zijn redelijk snel bij het strandje. Het is weer erg warm en we zoeken snel de schaduw op. Het is wel een prachtig baaitje met uitzicht op de verschillende eilandjes en open zee om ons heen. Hier relaxen we een paar uurtjes voordat we weer terug wandelen.
Het restaurantje is op de punt van het eiland gebouwd en is een tweetal verdiepingen hoog. We nemen plaats op de bovenste verdieping waar we weer een prachtig uitzicht hebben. De club sandwiches smaken heerlijk en we zitten perfect in een licht briesje. We kunnen hier nog uren zitten kijken naar alles om ons heen, maar na een paar uur zijn we de stoelen wel zat en gaan we weer naar onze cabina. Hier luieren we de rest van de middag. 

Op een gegeven moment komt er een leguaan aangewandeld in de boom recht voor onze cabina. De leguaan gaat eerst lekker zonnen maar als de schaduw over hem heen valt gaat hij aan de wandel. Het is een prachtige, grote groene leguaan, zo mooi hebben we er nog weinig gezien. Als de zon achter ons huisje zakt gaat de leguaan op de grond op zoek naar een warm plekje, dat hij vindt op een betontegel. Leuk wordt het echt als er nog een leguaan verschijnt op het grasveld naast onze cabina. Blijkbaar neemt deze net een stapje teveel in het territorium van 'onze' leguaan. Deze sprint af op de binnendringer. Het uitdagen begint, ze wandelen wat om elkaar heen, duidelijk niet blij met elkaars gezelschap. Uiteindelijk neemt de binnendringer afstand en druipt met zijn staart tussen de benen af. Al snel is de zon nu onder en gaan de leguanen er vandoor. Wij gaan ons verkleden en wandelen weer naar het restaurant voor een overheerlijk diner.

Dag 15 - Terug naar Panama-City
Na weer een heerlijk ontbijtje pakken we de auto in en gaan we weer op pad. Vandaag hebben we een behoorlijke afstand af te leggen, we willen zo dicht mogelijk bij de luchthaven overnachten. Vanaf Boca Chica is het 450 kilometer naar de luchthaven. Morgenochtend vliegen we van Panama naar Costa Rica. De snelweg in Panama is echt prima, je kunt goed doorrijden van stad naar stad. We komen niet veel steden tegen, dus na ruim drie uur hebben we er bijna 300 kilometer op zitten. We zijn dan in Penonomé en gaan op zoek naar een restaurantje. We komen niet echt iets leuks tegen, dus stoppen uiteindelijk bij een McDonalds. Dit smaakt gelukkig net als thuis en met volle buik rijden we de laatste 150 kilometer.

Vlakbij de luchthaven is maar één hotel te vinden en daar informeren we naar een kamer. Met de vermelding dat we met KLM vliegen krijgen we bij het Riande hotel een flinke korting en dan vinden we het wel prima. Het is een groot hotel met een mooi groot zwembad. Hier relaxen we en zitten we in het water aan de bar. We dineren hier ook, het eten is erg lekker. Zoals zo vaak in Panama, maar ook in Costa Rica, staan de televisies op een sportprogramma hard aan in het restaurant. Echt gezellig zitten we hier dus niet en we gaan vroeg naar ons bedje.

Dag 16 - Weer terug in Costa Rica
We vliegen met standby tickets naar Costa Rica. Gelukkig kunnen we direct met de eerste vlucht van Copa Airlines mee naar San José. We komen dan ook lekker op tijd aan en voelen ons direct weer thuis in dit fantastische land. We hebben hier ook een auto gehuurd en het busje van Thrifty brengt ons van het vliegveld naar het verhuurkantoor in Alajuela. De vorige keren hebben we de auto bij ons hotel laten afleveren, dit ging altijd supersnel. Het ophalen bij het verhuurkantoor valt dan ook flink tegen, we zijn bijna een uur bezig voordat we op pad kunnen. We rijden richting San José en gaan eerst maar eens lekker lunchen bij een Subway.

De ringweg van San José is onze nachtmerrie, we zijn hier vaker geweest en het is nog nooit gelukt om in één keer de juiste route te vinden. Ook al zijn de borden en bewegwijzering sinds onze eerste reis in 2007 flink verbeterd, ook nu lukt het ons weer niet om de juiste afslag te nemen. We rijden wat rond en vinden dan toch de Carretera 32 naar het oosten. Deze weg loopt dwars door national park Braulio Carillo en is een feestje om te rijden. Eén en al groen om ons heen, prachtige vergezichten en dat maakt het langzame rijden achter vrachtwagens meer dan goed. Als we het park weer uitrijden, slaan we linksaf naar Sarapiqui, waar we een kamer hebben gereserveerd bij Heliconia Island. Vorige keer in Costa Rica hebben we hier een rondleiding gedaan door de tuin, dit was fantastisch. Nu blijven we twee nachten en kunnen we het eilandje nog beter ontdekken.

We weten het hotel heel makkelijk te vinden en zijn blij verrast als we van Henk en Carolien een kamer met airco krijgen. Met een prachtig boeket bloemen uit de tuin, als kadootje voor ons huwelijk. Zo voelen we ons ook hier snel thuis! We pakken even wat spullen uit, wandelen door de tuin en gaan dan lekker in het restaurant zitten met een fris drankje. Henk en Carolien vertellen wat er allemaal gebeurt hier en even later schuiven ook de andere gasten aan. Met Gerard en Sietske uit Brabant kunnen we het al snel goed vinden. Zij zijn net begonnen aan hun eerste reis door Costa Rica en hebben veel andere mooie reizen gemaakt. Toevallig is Sietske ook zwanger, dus terwijl de mannen genieten van een Imperial, houden wij het bij een frisje! Als het tijd is om te gaan eten besluiten we met z'n vieren naar een restaurant in de buurt te rijden. We dineren gezellig en lekker. Als de ober door heeft dat we uit Nederland komen, haalt hij een poster van FC Twente te voorschijn en is ontzettend trots op zijn held Ruiz. Voetbal is ook altijd en overal een onderwerp van gesprek...

Dag 17 - Heliconia Island weer ontdekken
Na een prima ontbijtje gaan we met Carolien een tour door de tuin maken. Zij weet zo ongelooflijk veel over wat er leeft en groeit op het eiland en kan het ook heel boeiend vertellen. We zien weer allerlei nieuwe dingen, de natuur blijft ons hier verbazen. Al snel zien we een slang in een struik. Voor ons geen onbekende, het is de niet-giftige Mica-slang. Maar een slang is altijd prachtig om te zien en dit is ook een heel mooi exemplaar. Terwijl we foto's en film schieten worden we helemaal lekgeprikt door de muggen, dus we wandelen toch snel weer verder. Carolien laat ons vogelnestjes van kolibries zien en wijst ons op verschillende dieren die we zonder haar hulp waarschijnlijk nooit hadden opgemerkt. Een luiaard die lekker zit te hangen, een toekan die alleen met zijn snavel uit een nest in een boom steekt, diverse prachtige vogels en een paar brulapen die relaxed op een boomstam liggen. Wat is het toch een bijzonder plekje!

Voor de lunch gaan we naar een restaurantje in Sarapiqui, waar we ook wat geld pinnen. De middag brengen we ook door op Heliconia Island, ik maak nog veel foto's van de prachtige heliconia's en andere mooie planten in de tuin en we spotten nog een aantal bijzondere vogels en een schitterende leguaan bij de voederplaats voor het restaurant. 's Middags zitten we weer gezellig in het restaurant met Gerard, Sietske, Henk en Carolien. Het begint te regenen en we zitten lekker droog met zicht op de rivier, dieren zien we dan niet meer bij de voederplaats. Toch spotten we nog een luiaard. En wie denkt dat die dieren zich altijd supertraag bewegen, wij hebben het tegendeel gezien. In de stromende regen 'rende' de luiaard naar een andere boom, veel sneller dan we verwacht hadden. Het dier is doorweekt!

We besluiten de nieuwe pizzeria in de buurt te gaan testen en bestellen voor iedereen een pizza. Het duurt erg lang voordat de pizza's worden bezorgd, maar ze zijn nog lekker warm en smaken verrassend goed. Het is inmiddels weer droog geworden. In het donker zien we een opossum bij de voederplaats verschijnen. Een soort buideldier, erg leuk om te zien! Het dier is wel erg bang en gaat ervan door als wij opstaan en door het restaurant lopen om een foto te maken. We drinken nog een paar drankjes en gaan dan naar onze kamer, weer een prachtige dag afgesloten!

Dag 18 - Catarata del Toro
Gistermiddag hebben we met Gerard en Sietske afgesproken om vandaag een waterval te bezoeken. Dit is nog geen uur rijden, dus we beginnen de dag lekker rustig aan. Als we net klaar zijn met het ontbijt komt de tuinman aangelopen. Hij heeft in de tuin een Boa gevonden, die hij ons rustig laat zien. Het is een prachtig beestje en op een afstandje natuurlijk fantastisch om te zien. Als we een paar foto's hebben gemaakt brengt de tuinman de slang naar de achterkant van het eiland, zodat de gasten en huisdieren geen gevaar lopen.

Dan is het tijd om afscheid te nemen van Henk en Carolien. Met de hoop hier weer een keer terug te komen, zeggen we gedag en rijden we voor Gerard en Sietske uit naar waterval Catarata del Toro. We moeten een heel stuk de bergen in en de route is erg mooi. Als we aankomen bij de waterval staat er geen enkele auto op de parkeerplaats. Vanaf de entree is de waterval niet te zien, dit is een stuk wandelen door de jungle. We trekken de wandelschoenen aan, hangen de camera's om en gaan op pad. De wandeling is leuk, we wandelen over een pad door het bos en zien verschillende bijzondere planten. Al snel zijn we bij het eerste uitzichtpunt, van waar we de waterval goed kunnen zien. De waterval stroomt in een oude vulkaankrater en zorgt voor veel groen om de krater heen. Wat een prachtig gezicht!

Het pad gaat verder en via een lange trap kun je tot onder bij de krater komen. Sietske en ik houden het voor gezien, de mannen klimmen nog even verder. Heen lijkt ons prima te doen, maar de klim terug ziet er iets te heftig uit. Als ze terug komen blijkt dat we niet veel hebben gemist, ze zijn niet tot de krater doorgelopen. We rusten nog even, spotten een mooie toucanet. Dan wandelen we weer terug naar het restaurant. Na een drankje en een poging om kolibries te fotograferen nemen we afscheid van Gerard en Sietske. Zij rijden door naar de Arenal, wij gaan weer terug naar Sarapiqui en daarna door naar Guapiles.

Tijdens onze eerste reis door Costa Rica kwamen we bij Casa Rio Blanco terecht, een kleine ecolodge vlakbij Guapiles. Wat voor ons een overnachtingsplek was op weg naar Tortuguero, werd een hotel waar we iedere reis een nachtje langer verbleven. Dit keer zijn we niet lang in Costa Rica en hebben we maar twee nachten gereserveerd. Het is hartstikke leuk om Annette en Herbie weer te zien, de eigenaren van de ecolodge. Wat deze lodge zo bijzonder maakt zijn de huisjes van hout en bamboe op de rand van een afgrond naar de rivier Rio Blanco. Vanaf de veranda kijk je direct in de boomtoppen van het regenwoud, met daarin natuurlijk altijd wel ergens een mooi dier. We zien weer een luiaard hoog in de boom en aan het eind van de middag springt er ook een mooi blue jeans kikkertje voorbij. We eten met Annette en Herbie, kletsen gezellig bij en doen verder lekker helemaal niets.

Dag 19 - Een dagje helemaal niets
Vandaag doen we eigenlijk helemaal niets, we lopen wat rond in de tuin van de lodge, ontbijten en lunchen met Annette en Herbie en ik maak nog wat foto's van een kikkertje. Heerlijk zo'n vakantiedag! 's Avonds gaan we uit eten bij een Italiaans restaurant bij Guapiles. We zitten heerlijk buiten en het eten smaakt verrukkelijk!

Dag 20 - Eindelijk naar de tipi's!
We worden steeds later wakker, het echte Costa Rica ritme van 6 tot 18 uur leven zit er niet meer helemaal in. Als we hebben ontbeten en een lekkere kop koffie op hebben, nemen we afscheid van Annette en Herbie. Ook hier geldt dat we hopen dat we hier weer eens terug komen. Het blijft een heel bijzondere plek!

Sinds de eerste reis naar Costa Rica kom ik regelmatig op het Costa Rica prikbord. Hier verschenen begin 2010 berichten van Tipi Jungla, de ecolodge van Mario en Manon. Ik ben dit gaan volgen en was op afstand al onder de indruk van hun project: vanuit niets een ecolodge ontwikkelen, volledig ecologisch met middelen van de natuur. Eén ding stond voor mij dus vast voor deze reis: hier wil ik heen! Vandaag is het eindelijk zo ver! Vanaf Guapiles moeten we langs San José naar de Pacifische kust. Er is een nieuwe snelweg aangelegd en gelukkig staat deze perfect aangegeven vanaf San José. Voor de eerste keer verdwalen we dus niet op de ring van San José en al snel rijden we over de nieuwe weg. Het bijzondere hieraan is dat de weg nog zo nieuw is dat er geen restaurantjes, dorpjes en maar weinig afslagen zijn. We rijden dus lekker snel door een prachtig oerwoud.

Het nadeel van de weinige afslagen merken we als er staat aangegeven dat er een ongeluk is gebeurd. Er staat een flinke file en we besluiten op advies van een paar andere automobilisten een alternatieve route te rijden. Dit lukt niet zo goed, de wegen zijn nog niet goed op elkaar aangesloten. We verdwalen, keren een paar keer om en komen uiteindelijk weer een stuk verder op de snelweg terecht. Daar rijdt het weer lekker door en zo zijn we snel bij Orotina, het einde van de nieuwe snelweg. We rijden dan weer over een tweebaans weg, dus het tempo is er snel uit. We besluiten eerst maar weer eens te gaan lunchen en stoppen bij een wegrestaurantje waar veel auto's staan. Om de paar kilometer is er wel een restaurantje en uit ervaring weten we dat het eten eigenlijk altijd wel prima is. Hier bestellen we een lekkere hamburger en ik neem ook weer eens een soort smoothie ananas. Nergens kun je de heerlijke fruitdrankjes krijgen zoals die in Costa Rica vers uit de blender komen!

Vanaf het restaurant is het nog iets meer dan 100 kilometer naar Tipi Jungla, bij Playa Matapalo. Daar doen we bijna twee uur over, we rijden lekker rustig en genieten van de uitzichten over de Pacifische oceaan. We vinden de lodge makkelijk en moeten dan nog een kilometer bergop over een onverhard pad rijden. Dit is best een uitdaging maar ons Bego'tje doet het prima! Vanaf de parkeerplaats lopen we eerst zonder koffers naar boven, benieuwd naar wat ons te wachten staat. We zien tussen de bomen de tipi's al staan maar gaan eerst op zoek naar Mario en Manon. Die vinden we in hun huis, dat naast 'El Palenque' staat, het restaurant van de lodge. Vanaf hier heb je een fantastisch uitzicht over groen, groen, nog meer groen en de oceaan. Hier hangen ook een aantal hangmatten en het liefst duik ik daar meteen in. Maar eerst gaan we de koffers naar de tipi brengen en laat Mario zien hoe alles werkt.

De tipi is helemaal geweldig! Lekker ruim, met een prachtig groot goed bed in het midden, een toilet en douche in een boom en een veranda met uitzicht op het regenwoud. De tent is open, we slapen onder een klamboe. Dichter bij de natuur dan dit gaan wij nooit overnachten. We krijgen van Mario een zonne-energielamp en we spreken af dat hij ons straks komt halen voor het diner. Wij gaan nog even bij het strand kijken. Playa Matapalo is een heerlijk breed strand met palmbomen tot aan het zand. De wolkenlucht is prachtig en we wandelen heerlijk een stuk door de branding. We zijn voor het

donker wordt weer terug bij de tipi. Daar zitten we heerlijk te genieten van ons uitzicht terwijl de zon achter de horizon verdwijnt. Dan komen er weer hele andere dieren tevoorschijn en het geluid van de jungle is heerlijk overweldigend. Al snel is het helemaal donker en zien we een paar vuurvliegjes. Die hebben we wel vaker gezien, leuk! We zijn verbaasd als er een 'vuurvliegje' tegen Christiaan zijn hoofd vliegt. Het vliegje is gewoon een flinke kever! Op z'n kop heeft hij twee 'lampjes', die wij ook nog kunnen opladen met een zaklamp. Bizar!

We beginnen al flink trek te krijgen als Mario ons met een fakkel komt halen en naar het restaurant brengt. Mario en Manon hebben een oude vriend van Mario uitgenodigd, Carlos. De communicatie verloopt wat lastig met Carlos die geen Nederlands spreekt en Mario die niet zo goed Engels kan spreken, maar we vermaken ons toch prima met elkaar. Na het eten pakt Carlos zijn gitaar erbij en begint lekker te pingelen. Met verschillende zelfverzonnen muziekinstrumenten van Mario en Manon maken we er een muzikaal avondje van. Wie ons kent weet dat daar heel wat voor nodig is, maar de omgeving en het gezelschap lenen zich hier helemaal voor!

Mario vraagt of we nog kikkers willen zien en als het even droog is lopen we de tuin in. De tuin bestaat hier vooral uit bananenplanten en heliconia's met grote bladeren. Op nog geen 10 meter afstand van het huis en restaurant spotten we al snel een roodoogkikker. Zo'n mooie kikker, en die woont hier gewoon in de tuin! Gaaf! Mario legt uit hoe de kikker zich voortplant en laat een klont eitjes zien die onder een bananenblad hangt. Na de kikkertoer vinden we het mooi geweest en Mario brengt ons terug naar de tipi. Hij checkt of de tipi vrij is van ongedierte en laat ons dan achter met de zaklamp. Het is weer harder gaan regenen, dit zorgt ervoor dat
het geluid van de jungle wat gedempt klinkt. Het bed
ligt heerlijk en we zijn al snel vertrokken.

Dag 21 - Genieten van natuur en strand
We hebben prima geslapen en worden wakker als het licht wordt. We blijven nog lekker even liggen en gaan dan de douche proberen. Die is koud, heel erg koud! Brrr! Het blijft bij mij bij even snel afspoelen, misschien dat ik vanmiddag, als het heel warm is, wel zin heb ik een ijsdouche. We hebben een prachtig groen-zwart gevlekt kikkertje op bezoek, die langs de tipi springt. Leuk! Als we bij El Palenque aankomen, staat er al een heerlijk ontbijtje voor ons klaar. Natuurlijk met prachtig uitzicht!

Na het ontbijt gaat Christiaan met Mario en Carlos wandelen naar een waterval. Ik duik eindelijk in de hangmat met het mooie uitzicht en geniet van de heerlijke jungle-thee van Manon. Manon vertelt het een en ander over het leven in Costa Rica, zowel de positieve als de negatieve dingen. Ik ben vooral onder de indruk dat ze het volhoudt, het leven zonder enige luxe. En iedere dag klaar staan voor eventuele gasten, ik heb nog nooit zulke gastvrije mensen meegemaakt als Mario en Manon. De mannen komen terug met een deel van het avondeten: Mario heeft Christiaan geleerd hoe je cassave moet rooien. Verder hebben ze verschillende kikkertjes gezien en natuurlijk de waterval. De cassave zien we terug met de lunch als een soort pannenkoek en bij het avondeten, geserveerd als een soort aardappel, dit smaakt prima!

Na de lunch gaan we weer naar het strand. Manon gaat met ons mee. Op het strand laat ze ons de 'vivero' zien, een plaats waar nesten eieren van zeeschildpadden worden begraven als de schildpadden deze op het strand hebben gelegd. De nesten worden vaak leeggeroofd door bijvoorbeeld honden. Om ervoor te zorgen dat er toch jonge schildpadjes worden geboren, worden de nesten door natuurbeschermers verplaatst. Het is nu geen schildpadden seizoen, dus er liggen geen nesten in de vivero. De grote zandbak met een raster ligt wel klaar voor het komende seizoen. Na een heerlijke wandeling over het strand gaan we
weer terug naar de lodge.

Christiaan gaat nog even douchen en ik ga weer lekker in m'n favoriete hangmat hangen. Maar ik spring hieruit als ik wat beweging in de boomtoppen zie. Mario had me al gewaarschuwd, de kans is groot dat er vanmiddag een groep kapucijneraapjes langs komt. Deze aapjes komen regelmatig bij de lodge voorbij, op zoek naar eten. Ze volgen altijd dezelfde route, eten de insecten onderweg op en komen na een paar dagen weer over dezelfde route langs. Het eerste aanpje kijkt schichtig om zich heen en springt van tak tot tak. Er volgen nog een stuk of 12 aapjes, het is een fantastisch gezicht. Tijdens het springen eten ze insecten in de bomen. Af en toe stoppen er een paar en kijken wat om zich heen of de kust nog veilig is. Dit geeft mij de kans om een paar foto's te maken, wat nog best lastig is in de schaduw van de bomen. Ondertussen heeft Christiaan bij de tipi de aapjes ook gespot en gefilmd. Hij komt achter de aapjes aan naar El Palenque. Als de groep verder springt is er nog even paniek, één van de poezen van Mario en Manon zit in het bos achter het huis. De aapjes krijsen naar het dier, maar gelukkig kan Mario de poes pakken voordat de aapjes het dier aanvallen.

We relaxen de rest van de middag en eten weer gezellig met Mario en Manon. Als het donker is gaan we weer op onderzoek uit. We vinden weer een prachtige roodoogkikker, maar ook een dikke pad, zo groot als Christiaans hand. Op één van de palen van El Palenque vinden we ook een schorpioen. Deze is een paar centimeter groot en ziet er gelukkig niet agressief uit. Mario vertelt sterke verhalen over schorpioenen en andere dieren, totdat het tijd is om de tipi weer op te zoeken. Mario loopt weer met ons mee. Hij laat ons een tink-kikkertje zien, die zijn vrij zeldzaam. Het is een heel klein kikkertje dat een speciaal geluid maakt. Het geluid hebben we wel vaker gehoord, bijzonder om te zien dat dit uit zo'n ieniemienie-klein kikkertje komt.
Als we iets verder lopen, zien we op een leuning een heel vreemd dier zitten. In eerste instantie lijkt het een slangetje, maar het beestje heeft 4 pootjes. Die staan echter zo ver van elkaar af dat normaal lopen daarmee niet mogelijk lijkt. Mario heeft ook geen idee wat voor diertje dit is. We maken wat foto's om dit later uit te zoeken en gaan dan naar de tipi om heerlijk te gaan slapen.

Midden in de nacht wordt ik wakker van Christiaan die ligt te draaien. Het is werkelijk pikdonker, je kunt geen hand voor je ogen zien. Christiaan beweert dat er een beest in de tipi zit, gelukkig nog wel buiten de klamboe. Als hij zegt dat er net iets op zijn arm sprong, ben ik klaar wakker. Nu wil ik weten wat het was ook, anders slaap ik zeker niet meer. Als we de zaklamp aan doen is de angst direct weg: het is een poes van Mario en Manon. Die is ons gevolgd naar de tipi en is lekker droog in de tipi gebleven in plaats van door de regen weer terug te lopen naar het huis. De poes heeft een doel: die wil onder de klamboe bij ons liggen. Dat gaat ons te ver, dus we houden even vol en duwen de poes telkens van het bed af. Uiteindelijk kunnen we weer lekker gaan slapen.

Dag 22 - Een rondje door de omgeving en veel mooie vogels
We hebben toch nog best lekker geslapen. Als we uit ons bed gaan, springt de poes direct op het bed. Het dier is erg aanhalig en zelfs Christiaan, die normaal niets van katten moet weten, geeft het dier een aai. Als wij naar El Palenque lopen voor het ontbijt gaat poes mee. Er staat weer een heerlijk ontbijtje voor ons klaar en daarna gaan Mario en Christiaan weer op pad. Mario laat hem de waterbron zien en andere installaties die gemaakt zijn om de lodge te kunnen draaien. Het blijft voor ons heel bijzonder dat dit volledig zonder elektriciteit, gasaansluiting en wateraansluiting gaat. Alles wat nodig is, komt van de natuur, meer eco dan dit kan gewoon niet.

Ik zet m'n statief neer en ga de vogels proberen te fotograferen die in de hoge bomen rondom de lodge zitten. Ik zie prachtige aracari's en het lukt me zowaar een keer om een vliegende toekan vast te leggen. Aan het einde van de ochtend gaan we met de auto op pad. In Dominical kopen we bij een bakkerij wat gevulde broodjes en die eten we op een afgelegen strandje op. Wat een rust, zo'n strand voor ons alleen! De golven zijn hoog, we kunnen hier vast niet zwemmen, maar met het kijken naar pelikanen en het eten van een broodje vermaken we ons prima.

Als we weer bij de lodge terug zijn, spotten we een groepje kleine papegaaitjes, het zijn net agepornissen, die we thuis in een kooi hebben. Mario vertelt over zijn mini-projectje om kikkertjes te redden. De eitjes van roodoogkikkers hebben niet veel kans om te overleven. Soms worden de eitjes niet boven water gelegd, wat nodig is om als kikkervisje te overleven. Ook komt er nog wel eens een slang op bezoek die de kikkerdril opeet. Als Mario een nest ziet dat niet op de juiste plek hangt, vangt hij de kikkervisjes op in een bak. Hij heeft nu ook weer een paar visjes die op weg zijn kikker te worden. Als ze groot genoeg zijn laat hij ze vrij in de tuin. Wij besluiten een paar kikkervisjes te adopteren en maken zelf een aquarium klaar voor de diertjes.

Ik ga nog een keer de kikkerdril fotograferen en als ik de tuin in loop bij de grote bladeren, valt mijn oog op een prachtige libelle. Met een staart van ongeveer 15 centimeter is het een gigantisch groot exemplaar en het blijft nog lekker stil hangen ook. Als de zon ondergaat komen er overal een klein soort vogeltjes vandaan, bijzonder om dit te zien. Als de zon onder is, richten we onze aandacht op het dak van El Palenque. Het dak is gemaakt van palmbladeren, op een traditionele manier op elkaar gestapeld zodat er een waterdicht geheel is ontstaan.

We zien verschillende vogelspinnen, prachtige grote kevers en motvlinders. Ook een bidsprinkhaan en kakkerlakken zijn er te zien. De foto is van een redelijke afstand gemaakt en het is ook niet zo dat je last hebt van de dieren. Maar als je serieus op onderzoek gaat en er zelfs een trappetje bij gebruikt, dan kom je van alles tegen. Ook bij het butterflies restaurant, waar Manon restanten fruit neerlegd, zijn vaak bijzondere insecten en (mot-)vlinders te zien. Helaas zien we geen bijzondere kikkertjes meer als we weer naar de tipi gaan.

Dag 23 - Manuel Antonio National Park
We worden voor de laatste keer wakker in de tipi en spoelen ons snel af onder de koude douche. Dan eten we weer een prima ontbijtje en pakken we de koffers in. De drie dagen in Tipi Jungla zijn voorbij gevlogen! We hadden hier nog wel een paar dagen willen blijven en willen zeker nog een keer terugkomen! Voor vandaag staat Manuel Antonio National Park op het programma. Dit is één van de meest toeristische nationale parken. We zijn er wel eens met de auto naar toe gereden, maar toen was het park dicht. Nu komen we er weer langs en we besluiten hier een wandeling te gaan maken. De reden dat het park zo toeristisch is, komt doordat het goed bereikbaar is vanuit de centrale vallei en dat er prachtige stranden zijn. Ook zijn er heel eenvoudig veel dieren te spotten. Het schijnt zelfs zo te zijn dat de apen zo tam zijn dat ze je tas komen leegeten, als je niet oppast.

We rijden door Quepos de enige lange weg naar het nationale park, waar we worden opgewacht door een parkeerwachter. Op zijn advies parkeren we langs de kant van de weg. Hij wil ons graag van een gids voorzien, maar die hebben we niet nodig. Later blijkt dat we nog veel dichter bij het park hadden kunnen parkeren, die lui staan hier alleen maar om een paar colonnes te verdienen. Ook bij de entree van het nationale park worden veel gidsen aangeboden, maar als we eenmaal in het park lopen, zijn we blij dat we er geen een gehuurd hebben. Overal lopen gidsen met groepen mensen, die stil staan als er wat bijzonders te zien is. Zo zien we een luiaard erg fotogeniek in een boom hangen, een erg schattig leguaantje op het pad zitten en een groep brulapen van boom naar boom springen. Wel voorzien van het luide commentaar van de gidsen, helaas.

Toch is het park prachtig, de stranden zijn inderdaad erg mooi en de wandelingen zijn goed te doen. Ook zijn er voorzieningen, zoals toiletten op een kruispunt van wandelroutes, dit zie je bijna nergens in Costa Rica. Ik ben blij dat we toch naar het park zijn gegaan! We wandelen een uur of twee door het park, rusten even uit op een strandje en gaan dan weer terug naar de auto. Hiervoor moeten we wel over het strand, dat tijdens vloed is ondergelopen. We kunnen met een bootje mee, maar we doen onze schoenen uit en lopen door het water naar de overkant.

Vanaf Manuel Antonio is het 2 uur rijden naar ons volgende hotel, Dos Palmas in La Garita. We lunchen onderweg in Jaco en over de nieuwe weg is het echt snel doorrijden naar La Garita. Hier zijn we ook al een paar keer eerder geweest en we worden weer even hartelijk ontvangen als altijd. We krijgen de familiekamer als bruidssuite, geheel versierd met bloemen en zelfs champagne! Uiteraard drinken we die samen met Peter op! Ondertussen halen we de auto helemaal leeg, pakken de koffers opnieuw in en laten de auto ophalen door Thrifty. Samen met de Nederlandse stagiaires die hier werken en twee andere gasten bestellen we 's avonds een hapje eten. Dan is er weer een mooie dag voorbij en slapen we voorlopig voor de laatste keer in Costa Rica.

Dag 24 - Afscheid en nog een middagje zwemmen in Panama
Als we opstaan, doen we de laatste spullen in de koffer en gaan lekker ontbijten. Daarna brengt Peter ons naar het vliegveld van San José, waar we gelukkig met de eerste vlucht mee mogen naar Panama-City. We hebben een kamer gereserveerd bij hetzelfde Riande hotel als waar we voor onze vlucht naar Costa Rica overnachtten. Met een hotel shuttlebusje zijn we hier snel en gelukkig mogen we de kamer al in. We hebben nog één heerlijk relaxed middagje bij het zwembad te gaan, voordat we morgenochtend voor onze reis naar Amsterdam weer naar het vliegveld terugkeren. We eten een lekker broodje als lunch en halen dan de zwemkleding uit de koffer. Helaas regent het af en toe die middag, dus zitten we onder een parasol of in onze hotelkamer, maar we rusten wel lekker uit. We dineren weer onder het genot van sport op televisie en gaan na een borrel naar onze kamer voor het laatste nachtje van de vakantie.

Dag 25 - Terug naar huis
We vliegen pas in de middag naar huis, dus ook deze morgen beginnen we relaxed. Het ontbijt bij het restaurant valt ontzettend tegen, dit stelt niets voor. Maar goed, we hebben weer een bakje koffie op en dan is het tijd om te vertrekken. De vlucht vertrekt netjes op tijd, onderweg worden we weer perfect verzorgd door de KLM medewerkers en we kunnen heerlijk nog even slapen onderweg. Als we wakker worden, krijgen we weer een ontbijtje en voor we het weten staat het vliegtuig aan de grond. We worden opgehaald en thuisgebracht en dan zit de reis er toch echt op! Een paar duizend foto's, een paar uur film en heel veel mooie herinneringen rijker!

Na afloop
Wat hebben we een fantastische huwelijksreis gehad! We kijken met heel veel plezier terug naar alles wat we hebben gedaan, gezien en meegemaakt. Panama was nieuw voor ons en voor een ieder die dit land als vakantieland overweegt zeg ik: ga naar San Blas en reis dan door naar Costa Rica. Costa Rica leent zich gewoon veel beter voor toeristen die op zoek gaan naar natuur. En goedkoper is Panama zeker niet, hotels, eten en authuur zijn juist veel duurder. Zoals ik in het verslag ook al aan gaf, Panama is echt gecultiveerd, je rijdt van park naar park en die parken zijn vaak slecht toegankelijk. Onderweg zie je niets anders dan landbouwgrond en veeteelt, dat kun je in Nederland ook wel bekijken. San Blas was voor ons de grote uitzondering: dit had ik voor geen goud willen missen! Doordat ik zwanger was, hebben we deze reis niet zoveel gewandeld als tijdens onze vorige reizen door Costa Rica. Hierdoor waren we wel veel meer uitgerust na de reis, maar hebben we ook minder kunnen zien. Voor ons ideaal dat we hier waren, waar we de mooiste locaties toch al eens bezocht hadden. En nog een keer terug naar Costa Rica? Jazeker!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten